Nummer 6115
/DK
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
16 april 1992 (bijlage nr. 94);
BESLUIT:
vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van
het Algemeen Ambtenarenreglement (AAR)
Artikel I
Toegevoegd wordt artikel F31, luidende:
"Aan de vrouwelijke ambtenaar, die een borstkind heeft,
wordt gedurende ten hoogste 1 jaar na de geboorte van het
kind de gelegenheid gegeven haar kind te zogen, dan wel de
borstvoeding te kolven".
Artikel II
Deze verordening treedt in werking met ingang van heden.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Aanpassing wachtgeld- en uitkeringsverordening aan WW-bodem.
Bijlage nr. 95.
Aan de Gemeenteraad.
Per 1 augustus 1991 is de Tijdelijke Verordening WWV-vervangen
de uitkering vervallen en wordt de le fase van de WW-bodem-
regeling in de gemeentelijke Wachtgeld- en Uitkeringsverorde
ning ingevoerd. De WW—bodemregeling houdt in dat de ambtelijke
ontslaguitkeringsregelingen zodanig worden aangepast dat een
ambtenaar dezelfde rechten heeft als zou hij onder de WW
vallen. In verband met uitvoeringsproblemen is gekozen voor een
gefaseerde invoering. De hoofdlijnen zijn de volgende:
1. Er is een duurvergelijking nodig tussen WW-bodemregeling
en de oude Uitkerings- en Wachtgeldverordening; de uit
komst met de langste duur geldt.
2. Het arbeidsverleden is voor de WW-bodem cruciaal dat wil
zeggen naast "diensttijd" telt ook het arbeidsverleden
bij een andere (overheids)werkgever mee. De juris
prudentie van het begrip "arbeidsverleden" uit de WW
gaat ook gelden voor de ambtelijke ontslagregelingen.
3. De WW-bodem kent een vervolguitkering van een jaar ter
hoogte van het minimumloon.
4. Declaratie van WWV-vervangende uitkeringen is na
1 augustus niet meer mogelijk; compensatie wordt geboden
via het Gemeentefonds.
5. in de Uitkeringsverordening en Wachtgeldverordening zijn
overgangsbepalingen opgenomen. Ook voor de lopende WWV-
vervangende uitkeringen is een overgangsbepaling van
kracht; voor hen die toegetreden zijn vóór 1 augustus
1991 wordt de WWV-vervangende uitkering voortgezet wat
betreft duur en hoogte. Overigens zijn de bepalingen van
de Uitkeringsverordening van toepassing, hetgeen bij
voorbeeld gevolgen heeft voor de regeling bij inkomsten
uit arbeid.
6. Nagenoeg alle andere bepalingen van Uitkerings- en
Wachtgeldverordening zijn vooralsnog ongewijzigd
gebleven, zodat de WW nog sterk blijft afwijken van de
ambtelijke ontslaguitkeringen.
1