4. Het in de voorgaande leden bepaalde vindt overeenkom
stige toepassing ten aanzien van de arbeid of bedrijf
en de inkomsten daaruit, bedoeld in artikel 11, leden 2
en 3
Smartegeld
Artikel 13
1. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van de belangheb
bende, bedoeld in artikel 4, wordt aan de nagelaten
echtgenoot een bedrag uitgekeerd gelijk aan de bezoldi
ging als bedoeld in artikel 3 over een tijdvak van drie
maanden. Laat de overledene geen echtgenoot na, dan
geschiedt de uitkering ten behoeve van zijn minder
jarige wettige of natuurlijke kinderen dan wel minder
jarige pleegkinderen. Ontbreken ook zodanige kinderen,
dan geschiedt de uitkering ten behoeve van ouders,
broers, zusters of meerderjarige kinderen van wie de
overledene kostwinner was.
2. Indien ter zake van zijn overlijden aan de in lid 1
bedoelde betrekkingen een bedrag wordt toegekend uit
hoofde van een door de overledene vervulde andere
betrekking, ten gevolge waarvan op de uitkering een
vermindering werd toegepast op grond van artikel 11,
wordt een bedrag uitgekeerd gelijk aan de verminderde
uitkering over een tijdvak van drie maanden, voor zover
nodig aangevuld, zodanig dat de som van beide bedragen
gelijk is aan het bedrag, bedoeld in lid 1.
3. Indien de overledene geen betrekkingen als bedoeld in
lid 1 nalaat, kan het bedrag van de uitkering geheel of
ten dele worden aangewend voor de betaling van de
kosten van de laatste ziekte of van de lijkbezorging
als de nalatenschap van de overledene daartoe
ontoereikend is.
4. Op de uitkering als bedoeld in dit artikel wordt in
mindering gebracht het bedrag van de uitkering waarop
de nagelaten betrekkingen van de gewezen ambtenaar ter
zake van diens overlijden aanspraak kunnen maken uit
hoofde van artikel E 20 van het Algemeen Ambtenaren
reglement, dan wel krachtens enig wettelijk voor
geschreven verzekering tegen ziekte, arbeidsongeschikt
heid of onvrijwillige werkloosheid.
12
PARAGRAAF 3. Geneeskundig onderzoek
Artikel 14
1. De belanghebbende die uitkering geniet krachtens para
graaf 2 van deze verordening is verplicht zich op aan
zegging van Burgemeester en Wethouders geneeskundig te
doen onderzoeken door een door hen aangewezen genees
kundige
2. Indien naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders
het resultaat van het geneeskundig onderzoek, bedoeld
in lid 1, daartoe aanleiding geeft, kan de belang
hebbende door Burgemeester en Wethouders worden ver
plicht zich aan een geneeskundig onderzoek volgens de
bepalingen van de Algemene Burgerlijke Pensioenwet te
onderwerpen.
PARAGRAAF 4. Uitkering bij ziekte
Bedrag en duur
Artikel 15
1. Indien de belanghebbende binnen de termijn waarover hij
aanspraak heeft op één van de uitkeringen bedoeld in
paragraaf 2, dan wel uiterlijk een maand na afloop van
die termijn wegens ziekte verhinderd is arbeid te ver
richten, wordt hem telkens met ingang van de vierde dag
van die verhindering een uitkering toegekend van 80%
van zijn bezoldiging.
2. De in lid 1 bedoelde uitkering eindigt zodra de belang
hebbende deze over te zamen 260 werkdagen bij een vijf
daagse werkweek geeft genoten. De bepalingen van hoofd
stuk E van het Algemeen Ambtenarenreglement zijn voor
zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
Samenloop met paragraaf 2
Artikel 16
Zolang de belanghebbende de uitkering geniet, bedoeld in
artikel 15, lid 1, wordt met ingang van de dag waarop de
verhindering wegens ziekte aanvangt, de uitbetaling van de
uitkering, bedoeld in paragraaf 2, opgeschort.