5. De belanghebbende bedoeld in lid 1 is voorts verplicht
zich te gedragen naar de voorschriften die hem door
Burgemeester en Wethouders in het algemeen of voor enig
bijzonder geval worden gegeven, strekkende tot het
verkrijgen van een betrekking of andere bron van in
komsten.
6. Door het aanvaarden van de uitkering wordt de belang
hebbende geacht er in toe te stemmen dat zij, die naar
het oordeel van Burgemeester en Wethouders daarvoor in
aanmerking komen, alle voor de uitvoering van deze ver
ordening noodzakelijke inlichtingen geven.
Opschorting
Artikel 20
1. Indien de belanghebbende na zijn ontslag uit hoofde van
ziekte aanspraak op doorbetaling van bezoldiging of een
uitkering ten bedrage van de laatstgenoten bezoldiging
heeft of krijgt in verband met de betrekking waaruit
hem ontslag is verleend, wordt de uitvoering of verdere
uitvoering van de uitkeringsregeling vervat in deze
verordening, opgeschort tot het einde van het tijdvak
waarover die aanspraak bestaat.
2. Burgemeester en Wethouders kunnen op verzoek van de
belanghebbende die zich als dienstplichtige in
militaire dienst bevindt of moet begeven, de uitvoering
of verdere uitvoering van de uitkeringsregeling vervat
in deze verordening opschorten tot het einde van het
tijdvak van diens militaire dienst.
Samenloop
Artikel 21
Indien de belanghebbende na afloop van het tijdvak bedoeld
in artikel 20, lid 1, aanspraak heeft op een uitkering op
grond van artikel E 18 van het Algemeen Ambtenarenregle
ment, wordt de uitkering slechts uitbetaald voor zover zij
evenbedoelde uitkering te boven gaat.
Artikel 22
Indien de belanghebbende aanspraken krijgt op een
uitkering krachtens de Werkloosheidswet, de Ziektewet of
de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, worden
gedurende de termijn waarover die aanspraken bestaan, de
op grond van deze verordening toegekende uitkeringen niet
uitbetaald
16
Betaling
Artikel 23
1. Het bedrag van de uitkering, over een jaar berekend,
wordt naar boven tot een volle gulden afgerond en in
dezelfde termijnen uitbetaald als de bezoldiging welke
vóór de toekenning van de uitkering werd genoten.
2. Met toestemming van de belanghebbende kan de uit
betaling van de uitkering over langere termijnen
geschieden.
Verval van uitkeringen
Artikel 24
1. De uitkeringen kunnen geheel of gedeeltelijk vervallen
worden verklaard:
a. indien de belanghebbende bedoeld in artikel 4, de
opgave bedoeld in artikel 12, leden 1 en 2, nalaat
dan wel onjuist of onvolledig doet;
b. indien de belanghebbende niet voldoet aan het be
paalde in artikel 19, leden 2 en 3, dan wel indien
hij zonder toestemming van Burgemeester en Wethou
ders gedurende de tijd, waarin hij een uitkering
geniet, de in evengenoemde leden bedoelde
inschrijving teniet doet of nalaat deze op de door
het arbeidsbureau dan wel de buitenlandse instantie
van arbeidsbemiddeling bepaalde tijdstippen te doen
verlengen;
c. indien de belanghebbende enig op grond van artikel
19, lid 5 gegeven voorschrift niet nakomt, tenzij
hem hiervan redelijkerwijze geen verwijt kan worden
gemaakt, dan wel indien er overigens gegronde reden
is om aan te nemen, dat hij niet ernstig tracht werk
te vinden;
d. indien de belanghebbende zich zonder schriftelijke
toestemming van Burgemeester en Wethouders in het
buitenland vestigt of geacht moet worden aldaar
duurzaam te verblijven;
e. indien de belanghebbende, zij het ook alleen door
gebrek aan medewerking, verhindert dat een genees
kundig onderzoek tot het verkrijgen van invalidi
teitspensioen krachtens de Algemene Burgerlijke
Pensioenwet plaatsvindt dan wel zodanig onderzoek
belemmert
f. indien de belanghebbende zich zodanig gedraagt, dat
hem ontslag zou zijn verleend als hij in dienst was
gebleven;
g. indien achteraf blijkt, dat voor het aan de belang
hebbende verleende ontslag zich feiten en/of omstan
digheden hebben voorgedaan die, zo deze eerder
bekend waren, aanleiding zouden hebben gevormd hem
17