welke als gevolg van beëindiging van de werkloosheid is
vervallen, behoudt binnen de in artikel 13, tweede lid
genoemde termijn en overeenkomstig de overige daarvoor
genoemde voorwaarden het recht op opnieuw toekennen van
de uitkering. Artikel 13, eerste lid van de Uitkerings
verordening zoals deze luidde tot 1 augustus 1991,
blijft van toepassing op een weder toegekende uitkering
als bedoeld in de vorige volzin, met dien verstande dat
de duur van de toegekende uitkering wordt herberekend
op grond van het tweede lid.
Artikel 29
Onder gelijktijdige intrekking van de Uitkerines-
verordening zoals deze luidde voor 1 augustus 1991, treedt
deze verordening in werking met ingang van 1 augustus 1991
en kan worden aangehaald als "Uitkeringsverordening".
20
Artikel II
De wachtgeldverordening wordt gewijzigd en luidt als
volgt
WACHTGELDVERORDENING
(Nieuw)
Begripsomschrijvingen
Artikel 1
1. In deze verordening wordt verstaan onder "belang
hebbende"
de gewezen ambtenaar aan wie op grond van artikel H 2
van het Algemeen Ambtenarenreglement ontslag is ver
leend uit een betrekking:
a. waarin hij vast was aangesteld;
b. waarin hij tijdelijk was aangesteld, mits die
aanstelling ten minste vijf jaren heeft geduurd en
niet is geschied in een betrekking van kennelijk
tijdelijke aard
en die aan dat ontslag geen recht op pensioen krachtens
de Algemene Burgerlijke Pensioenwet kan ontlenen.
2. Onder belanghebbende wordt mede verstaan de gewezen
ambtenaar, bedoeld in lid 1, die zelf ontslag heeft
gevraagd nadat het voornemen, hem op grond van artikel
H 7 van het Algemeen Ambtenarenreglement ontslag te
verlenen, hem schriftelijk is medegedeeld.
Artikel la
In deze verordening wordt verstaan onder "lichamen":
Rechtspersonen, maat- en vennootschappen, samenwerkings
vormen zonder rechtspersoonlijkheid die met verenigingen
maatschappelijk gelijk kunnen worden gesteld,
ondernemingen van publiekrechtelijke rechtspersonen en
doelvermogens
Artikel 2
1. In deze verordening wordt verstaan onder "diensttijd":
de aan het in artikel 1, lid 1, bedoelde ontslag voor
afgaande in overheidsdienst doorgebrachte tijd waaraan
het ambtenaarschap in de zin van de Algemene Burger
lijke Pensioenwet is verbonden, alsmede tijd die door
inkoop of door een verzoek, bedoeld in artikel D 2 van
evengenoemde wet, voor pensioen geldig zou zijn ver
klaard
21