Bedrag van het wachtgeld Artikel 7 Het bedrag van het wachtgeld is gedurende de eerste drie maanden gelijk aan 90% van de bezoldiging, gedurende de daaropvolgende negen maanden 80% van die bezoldiging en vervolgens 70% van die bezoldiging. Het bedrag van het wachtgeld daalt echter niet beneden het bedrag van het pensioen waarop de belanghebbende recht zou hebben indien hij uit de betrekking waaruit hij met recht op wachtgeld is ontslagen, op de dag van dat ont slag zou zijn gepensioneerd naar de diensttijd, voor zover geldig voor pensioen, en naar de middelsom van de berekeningsgrondslagen, bedoeld in artikel F 6, tweede lid, van de Algemene Burgerlijke Pensioenwet, in de betrekking waaruit het wachtgeld is toegekend. In afwijking van het vorige lid is het bedrag van het wachtgeld tijdens de verlenging bedoeld in artikel 5, vierde lid, gelijk aan het bedrag van het pensioen, bedoeld in het vorige lid, met dien verstande dat gedurende het eerste jaar van die verlenging het wachtgeld ten minste bedraagt 40% van de bezoldiging. Bedrag van het vervolgwachtgeld Artikel 8 Het bedrag van het vervolgwachtgeld is gelijk aan het minimumloon, met dien verstande dat dit bedrag nooit meer kan bedragen dan 70% van de bezoldiging. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder het minimumloon verstaan het maandbedrag van het minimumloon bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder a van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Stb. 1968, 657), of, indien het een belanghebbende jonger dan 23 jaar betreft, het voor zijn leeftijd geldende minimumloon, bedoeld in artikel 7, derde lid, en artikel 8, derde lid van genoemde wet, beide vermeerderd met de daarvoor berekende vakantiebijslag, bedoeld in artikel 15 van die wet. Verplichtingen van de belanghebbende Artikel 9 Zolang de belanghebbende de leeftijd van vijfenvijftig jaren niet heeft bereikt, is hij verplicht een hem aangeboden betrekking, die hem in verband met zijn persoonlijkheid en omstandigheden redelijkerwijze kan worden opgedragen, te aanvaarden dan wel tot het verkrijgen van inkomsten gebruik te maken van elke 28 gelegenheid die in verband met zijn persoonlijkheid en omstandigheden passend kan worden geacht. 2. Zolang de belanghebbende de leeftijd van 55 jaar nog niet heeft bereikt, is hij verplicht zich bij het arbeidsbureau van zijn woonplaats als werkzoekende te doen inschrijven op de eerste werkdag, volgende op die waarop het ontslag ingaat. 3. De belanghebbende, die op de dag van het ontslag met terwoon verblijf houdt in het buitenland dan wel nadien metterwoon verblijf gaat houden in het buitenland en die de leeftijd van 55 jaar nog niet heeft bereikt, is verplicht zich te doen inschrijven als werkzoekende bij een aldaar gevestigde instantie van arbeidsbemiddeling die daartoe de mogelijkheid biedt en die naar het oor deel van Burgemeester en Wethouders vergelijkbaar is met het arbeidsbureau. 4. Burgemeester en Wethouders kunnen bepalen dat de in de leden 2 en 3 omschreven verplichting niet geldt voor bepaalde belanghebbenden die de leeftijd van 55 jaar nog niet hebben bereikt. 5. De belanghebbende, bedoeld in de leden 1, 2 en 3, is voorts verplicht zich te gedragen naar de voorschriften die hem door Burgemeester en Wethouders in het algemeen of voor enig bijzonder geval worden gegeven, strekkende tot het verkrijgen van een betrekking of andere bron van inkomsten. 6. De in lid 1 tot en met 5 bedoelde verplichtingen vinden overeenkomstige toepassing voor de ambtenaar zodra hem ontslag op grond van artikel H 7 van het Algemeen Ambtenarenreglement is verleend, dan wel het voornemen tot zodanig ontslag hem schriftelijk is medegedeeld. 7. Door het aanvaarden van het wachtgeld wordt de belang hebbende geacht er in toe te stemmen, dat zij die naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders daarvoor in aanmerking komen alle voor de uitvoering van deze ver ordening noodzakelijk inlichtingen geven. Geneeskundig onderzoek Artikel 10 1. De belanghebbende is verplicht zich op aanzegging van Burgemeester en Wethouders geneeskundig te doen onder zoeken door een door hen aangewezen geneeskundige. 2. Indien naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders het resultaat van het geneeskundig onderzoek, bedoeld in lid 1, daartoe aanleiding geeft, kan de belangheb bende door Burgemeester en Wethouders worden verplicht 29

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1992 | | pagina 293