4. Tijdens het ouderschapsverlof vindt de opbouw van de
vakantietoelage plaats op grond van de gereduceerde
bezoldiging en de op te bouwen aanspraken op verlof en
arbeidsduurverkorting geschieden eveneens op grond van
de gereduceerde arbeidstijd.
5. Er komt geen verandering in de omvang van de IZA- en
pensioenpremies tijden het ouderschapsverlof.
6. De ontheffing van de terugbetalingsverplichting is aan
gescherpt; zo is het aanvaarden van een baan door de
partner niet meer voldoende om aan de terugbetalings
verplichting te ontkomen.
7. Er ontstaat een terugbetalingsverplichting wanneer werk
tijdverkorting wordt aangevraagd binnen 3 maanden na
afloop van het ouderschapsverlof.
Hoewel het een overheidsdoelstelling is, werken in deel
tijd te bevorderen, is het niet de bedoeling het ouder
schapsverlof te gebruiken als goedkoop voortraject naar
een dienstverband van geringere omvang.
Met betrekking tot de genoemde afwijkingen, merken wij op dat
de termijn van 3 maanden tot stand is gekomen met instemming
van de Centrales van Overheidspersoneel;
besloten is in de gaten te houden of die termijn het beoogde
resultaat oplevert.
Als dat niet het geval is, zal verlenging van die termijn in
overweging worden genomen.
Nu het niet mogelijk is gebleken de modelverordening op 1 juli
1991 vast te stellen, is het ongewenst de regeling met terug
werkende kracht in te voeren.
De experimentele regeling blijft daarom gelden totdat de nieuwe
regeling is vastgesteld.
In het model is een overgangsregeling opgenomen.
De Commissie Middelen is gehoord; discussie is ontstaan met
betrekking tot de regeling dat ouderschapsverlof in geval van
ziekte niet wordt opgeschort. Na heroverweging zijn wij van
oordeel dat de modelverordening gevolgd moet worden met andere
woorden tijdens ziekte loopt het ouderschapsverlof gewoon door.
Daarmede wordt aangesloten bij soortgelijke regelingen die
gelden bij zwangerschaps- en bevallingsverlof en verlof in
verband met bijzondere gebeurtenissen (huwelijk, ernstige
ziekte familie enz.
Bovendien is in het LOGA over de modelverordening overleg
gevoerd tussen het College voor Arbeidszaken en de Centrales
voor overheidspersoneel.
Na zorgvuldige afweging is overeenstemming bereikt over een
regeling waarbij enerzijds ziekte geen opschortende werking van
het ouderschapsverlof met zich meebrengt, terwijl anderzijds op
aandringen van de centrales een regeling is opgenomen op grond
waarvan met ingang van de 11-de dag van die ziekte weer
volledig wordt bezoldigd.
2
Het College voor Arbeidszaken dringt er op aan de model
verordening te volgen; nog in november 1991 is in de Lokale
Advies- en Arbitragecommissie expliciet uitgesproken dat er
zwaarwegende argumenten nodig zijn om op lokaal niveau van het
LOGA-akkoord tussen College voor Arbeidszaken en de centrales
voor overheidspersoneel af te wijken.
Wij zijn van mening dat die zwaarwegende argumenten er in casu
niet zijn.
Nu, gelet op het LOGA-akkoord, overleg met de Commissie voor
Georganiseerd Overleg niet nodig is, geven wij u in overweging
over te gaan tot vaststelling van bijgevoegd ontwerp-besluit
Leeuwarden, 16 april 1992.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mw.ir. J.A. Lantermans
Secretaris.