e. eigen huishouding voeren: het zelfstandig en voor eigen rekening bewonen van woonruimte, voorzien van eigen meubilair en stoffering, één en ander ter beoordeling van het bevoegde gezag; f. berekeningsbasis: het twaalfvoud van de bezoldiging - in de zin van artikel Cl van het Algemeen Ambtenaren reglement, dan wel hetgeen daarmede overeenkomt ingeval dat artikel niet op hem van toepassing is - die belanghebbende geniet op het berekenings tijdstip, vermeerderd met de aanspraak op de vakantie—uitkering en in voorkomende gevallen verhoogd met: a. genoten wachtgeld of uitkering krachtens de Wachtgeldverordening of de Uitkerings verordening b. genoten uitkering krachtens dan wel overeenkomstig de Uitkeringsverordening functioneel leeftijdsontslag, of de Uitkeringsverordening vrijwillig vervroegd uit treden; c. genoten herplaatsingstoelage krachtens hoofdstuk K van de Algemene Burgerlijke Pensioenwet (Stb. 1966, 6); g. berekeningstijdstip: le datum waarop de belanghebbende verhuist; 2e indien de belanghebbende verhuist voor de datum dat de functie feitelijk wordt vervuld, de datum van ingang van de functievervulling; 3e bij het overlijden of ontslag van de belang hebbende, de datum waarop laatstelijk bezoldiging werd genoten; h. verplaatsen en verplaatsing: verhuizen of verhuizing in opdracht van Burgemeester en Wethouders in belang van de dienst; i. dienstwoning: de door het bevoegde gezag aan de belanghebbende in verband met de uitoefening van zijn functie aangewezen woning; j. levenspartner: degene met wie de niet-gehuwde ambtenaar samenwoont, hetgeen blijkt uit een schriftelijke verklaring, ingericht volgens door Burgemeester en Wethouders nader te stellen regels. 2. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel f wordt, indien de belanghebbende in het genot is van een toelage voor het verrichten van onregelmatige dienst, van een toelage ter compensatie van het verlies van de toelage voornoemd, of van een toelage voor het verrichten van beschikbaarheidsdiensten, dit bezoldigingsdeel vastgesteld op het bedrag dat de belanghebbende gedurende de drie kalendermaanden voor afgaande aan het berekeningstijdstip, gemiddeld per maand aan deze toelagen heeft genoten. AANSPRAKEN OP TEGEMOETKOMING IN VERHUISKOSTEN Artikel 2 1. De belanghebbende, die in verband met een verplaatsing of indiensttreding in opdracht van het bevoegde gezag is verhuisd en een woning heeft betrokken gelegen binnen het gebied als bedoeld in artikel F18 van het Algemeen Ambtenarenreglement, wordt een tegemoetkoming in verhuiskosten verleend. 2. De belanghebbende, die in verband met een verplaatsing of indiensttreding in opdracht van het bevoegde gezag is verhuisd en een woning buiten bedoeld gebied heeft betrokken, wordt een tegemoetkoming in verhuiskosten verleend, indien het bevoegde gezag vooraf heeft vast gesteld dat met de verhuizing aan de opdracht om naar de nabijheid van de gemeente te verhuizen, wordt voldaan. 3. De belanghebbende, die in verband met een in diensttreding is verhuisd en aan wie binnen twee jaar na verhuizing ontslag op verzoek wordt verleend, of die ten gevolge van aan hem te wijten feiten of omstandigheden binnen twee jaren na de verhuizing wordt ontslagen, dient de hem toegekende tegemoet koming in verhuiskosten terug te betalen. Overgang zon der onderbreking naar een andere tak van dienst van dezelfde gemeente of naar één van haar bedrijven of instellingen, wordt niet als ontslag op verzoek beschouwd 4. De tegemoetkoming in verhuiskosten wordt aan de belanghebbende, die in verband met een indiensttreding dient te verhuizen, slechts verleend, indien hij schriftelijk heeft verklaard dat een verplichting tot terugbetalen als bedoeld in het vorige lid hem bekend is

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1992 | | pagina 305