Overigens zal er naar onze mening van een onaanvaardbare
toename van het verkeer geen sprake zijn, aangezien aan de
zuidzijde van het station slechts een smalle strook ligt
voor de vestiging van kantoren. Voorts mag hierbij niet uit
het oog worden verloren dat de Hollanderdijk een van de
meest aangewezen wegen is om het gebied aan de achterzijde
van het station te ontsluiten. Wij merken verder op, dat er
momenteel gewerkt wordt aan het opstellen van het Parkeer-
beleidsplan en dat in dat verband ook een vergunningstelsel
ontwikkeld zal worden voor de woongebieden grenzend aan de
binnenstad waar veel parkeeroverlast wordt ondervonden.
Voorts zullen de gebieden waar voor het parkeren betaald
moet worden, worden uitgebreid. In dat kader zal ook een
oplossing moeten worden gevonden voor de parkeerproblemen
in deze omgeving.
Gelet op het vorenstaande, zijn wij van mening dat de
hiervoor bedoelde bezwaren deels gegrond moeten worden
geacht, namelijk voor zover deze betrekking hebben op de
(eventuele) toekomstige bouwmassa aan de Hollanderdijk en
dat hieraan kan worden tegemoet gekomen zoals in het ont-
werp-raadsbesluit is aangegeven.
V. Bezwaarschrift van N.V. Nederlandse Spoorwegen.
Het was de bedoeling van reclamante om dit bezwaarschrift
nog nader te motiveren. Aangezien deze nadere motivering
maar steeds niet werd ontvangen, is mede op ons verzoek
telefonisch nog een nadere toelichting op de bezwaren
gegeven, terwijl bovendien kort daarna nog een faxbericht
is ontvangen. Het inachtneming van e.e.a. luiden de bezwa
ren als volgt. De bezwaren van de Nederlandse Spoorwegen
richten zich tegen de naar haar mening te beperkte bouwmo
gelijkheden, die het bestemmingsplan biedt in artikel 9
Spoorwegdoeleinden"Gewenst wordt een vergroting van de
vloeroppervlakte van de bedrijfseenheden voor detailhandel
en horeca van maximaal 100 m2 tot 600 m2 (per eenheid), dit
o.a. in verband met toekomstige activiteiten in het weste
lijk gedeelte van het stationsgebouw (stationsrestauratie).
Ook wenst men een vergroting van het in het bestemmingsplan
genoemde gezamenlijk vloeroppervlak van 1000 m2 voor de
tailhandel en dienstverlenende bedrijven, aangezien alleen
al het stationsgebouw (bestaand en nog te stichten) reeds
750 m2 bedraagt en wanneer de te realiseren Rabobank en
de fietsenstalling worden meegeteld (beide 1600 m2),
1000 m2 veel te weinig is (volgens reclamante zou maxi
maal 1000 m2 vervangen moeten worden door maximaal
6000 m2). Het in aanbouw zijnde bankgebouw zou in de toe
komst eventueel ook gebruikt moeten kunnen worden voor
detailhandelsdoeleinden. Daarnaast dient het bestemmings
plan de mogelijkheid te bieden om gebouwen op het perron
(bijv. een kiosk) te realiseren die lager zijn dan 10 m.
Tenslotte zou men graag zien dat op het westelijk deel van
het emplacement, dus buiten het op de plankaart aangegeven
bouwvlak, nog drie gebouwen kunnen worden gebouwd.
8
Ten aanzien van deze bezwaren merken wij het volgende op.
Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid om binnen de be
stemming "Spoorwegdoeleinden" een onbeperkt aantal
bedrijfseenheden (detailhandel en horecabedrijven) te
realiseren. Om ontwikkelingen ten nadele van het hoofdwin
kelcentrum te voorkomen is de omvang van de bedrijfseenhe
den beperkt tot maximaal 100 m2 per eenheid. Er bestaat
naar onze mening evenwel geen bezwaar tegen om - mede gelet
op de afmetingen van de westelijke vleugel van het stati
onsgebouw - ter plaatse één bedrijfseenheid toe te laten
met een maximum vloeroppervlakte van 500 m2. Wat betreft de
ruimte die nodig is voor de stationsrestauratie, voegen wij
hier overigens nog aan toe dat o.a. ten behoeve hiervan in
het bestemmingsplan een regeling is opgenomen op grond
waarvan (bij recht) mag worden uitgegaan van de nu (bij de
eerste ter inzage legging) aanwezige bedrijfsvloeropper
vlakte. Daarnaast stellen wij voor om de gezamenlijke
vloeroppervlakte ten behoeve van detailhandel en dienstver
lenende bedrijven te vergroten tot maximaal 1200 m2. Een
verdere verruiming van de mogelijkheden achten wij uit
oogpunt van een goed distributie-planologisch beleid niet
wenselijk. De in het bestemmingsplan aangegeven (maximale)
oppervlakte voor detailhandel en dienstverlenende bedrijven
is, evenals de eerder aangehaalde (maximale) oppervlakte
per bedrijfseenheid (detailhandel en horecabedrijven) om
distributie-planologische redenen in het bestemmingsplan
opgenomen. Zakelijke dienstverlening, zoals bijv. de Rabo
bank, de VW of een reisbureau vallen niet onder deze
beperkingen. Met het oog op de aanwezigheid van de fietsen
stalling achten wij het wel gewenst aan de Doeleindenom
schrijving van de bestemming "Spoorwegdoeleinden" de
categorie "rijwielstalling" toe te voegen. Naar onze mening
geeft het bestemmingsplan na verruiming van de hiervoor
bedoelde bepalingen voldoende mogelijkheden voor een econo
misch gezonde ontwikkeling van het station en directe omge
ving. Afgezien van andere bezwaren achten wij het distri
butie-planologisch gezien niet verantwoord om in het be
stemmingsplan de mogelijkheid op te nemen dat bedoeld bank
gebouw in de toekomst eventueel gebruikt gaat worden voor
detailhandelsdoeleinden, dit uiteraard afgezien van de be
drijf seenheden (detailhandel) waarvan binnen de eerste
bouwlaag sprake zal zijn. Om de bouw van kiosken e.d. lager
dan 10 m mogelijk te maken wordt in het vast te stellen
plan een vrijstellingsmogelijk opgenomen. Voor de inhoud
hiervan verwijzen wij naar het dictum van het raadsbesluit.
Mede gelet op de omvang van het westelijk deel van het
emplacement bestaat er bij ons evenmin bezwaar tegen dat
hier nog drie gebouwen kunnen worden gebouwd.
Gelet op het vorenstaande, moeten de bezwaren van de Neder
landse Spoorwegen deels gegrond worden geacht. Hieraan kan
worden tegemoet gekomen zoals in het ontwerp-besluit nader
is aangegeven.