ontsloten via het Pöllepaed. Het Pöllepaed is evenwel geen eigendom van de gemeente. Daar één van de mede-eigenaren van het Pöllepaed niet akkoord ging met de eigendomsoverdracht van het Pöllepaed aan de gemeente moest noodgedwongen worden uit geweken naar een ontsluiting vanaf het Maesterpaed. Het plan voor een woonschepenhaven voorziet in de aanleg van elf ligplaatsen. Indien er vanuit wordt gegaan dat bij ieder woonschip één auto aanwezig is, kan niet worden gesteld dat het aantal verkeersbewegingen zodanig zal toenemen dat hier een uit oogpunt van verkeersveiligheid onaanvaardbare situatie zal ont staan. De toename van het verkeer zal zich bovendien over twee routes verdelen n.l. Lekkumerweg/Maesterpaed en Lekkumerweg/ Bouwedyk/Oan'e Dyk. Met betrekking tot de aansluiting op het Maesterpaed wordt opgemerkt dat door de vorm van de aansluiting de situatie zodanig wordt dat een goed uitzicht naar verschil lende kanten mogelijk is en bepaald niet voor een onoverzichte lijke verkeerssituatie behoeft te worden gevreesd. Daarnaast gaat het te ver om te stellen dat een weg in dit open gebied niet acceptabel zou zijn. Mede gelet op de situering van de weg, zal van een aantasting van het landschap niet of nauwe lijks sprake zijn. Voorts wordt opgemerkt dat er voldoende dringende redenen zijn om aan het plan voor de aanleg van deze woonschepenhaven mede werking te verlenen. De belangen welke hierdoor eventueel worden geschaad zijn hieraan ondergeschikt te achten. 4. Terinzagelegging van de stukken en de hoorzitting De achterliggende stukken hebben vanaf 18 november 1991 ter inzage gelegen en zijn aan reclamant toegezonden. De hoorzitting van de raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften heeft op 26 november 1991 plaatsgevonden. Op deze hoorzitting zijn de standpunten toegelicht. 5. Overwegingen en advies van de commissie Naar aanleiding van de stukken en hetgeen op de hoorzitting naar voren is gebracht heeft de commissie het navolgende over wogen Het voorbereidingsbesluit is als een beschikking in de zin van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen aan te merken omdat het besluit is genomen met het oog op de reali sering van een concreet project, namelijk de aanleg van een woonschepenlokatie en de ontsluiting hiervan. Het bezwaar schrift is binnen de wettelijk gestelde termijn ingediend. Reclamante kan derhalve in haar bezwaren worden ontvangen. De bezwaren van reclamante zijn niet gericht tegen de aanleg van een woonschepenlokatie maar tegen de ontsluiting van deze lokatie via het Maesterpad. De commissie heeft geconstateerd dat reclamante en de gemeente beide van oordeel zijn dat een ontsluiting van de woonschepenlokatie via het Pöllepaed de voorkeur heeft. 2 Rekeninghoudend met één auto per woonschip zal het aantal woon schepen een beperkte toename van het verkeer met zich mee brengen. De toename van het verkeer zal zich bovendien over twee routes verdelen, n.l. Lekkumerweg/Maesterpaed en Lekkumer weg /Bouwedyk/Oan 'e Dyk. Er zal geen sprake zijn van een onaanvaardbare toename van het verkeer. De gemeente heeft geprobeerd de woonschepenlokatie via het Pöllepaed te ontsluiten. Er is verschillende malen overleg ge weest tussen de mede-eigenaren van het Pöllepaed en de gemeente over de eigendomsoverdracht van deze weg aan de gemeente. Eén van de mede-eigenaren heeft evenwel schriftelijk te kennen gegeven niet akkoord te gaan met de eigendomsoverdracht van het Pöllepaed aan de gemeente. Daar het Pöllepaed geen gemeentelijk eigendom is en de moge lijkheid tot een eigendomsoverdracht van het Pöllepaed aan de gemeente door één van de mede-eigenaren van het Pöllepaed is geblokkeerd, moest de gemeente echter noodgedwongen kiezen voor een ontsluiting van de woonschepenlokatie via het Maesterpaed. De commissie is van mening dat de gemeente bij haar besluit zorgvuldig te werk is gegaan. De commissie hoopt overigens dat de gemeente blijft streven naar de voor iedereen meer aanvaardbare ontsluitingsweg via het Pöllepaed. De mogelijkheden voor een ontsluitingsweg via het Pöllepaed zijn, op grond van nadere informatie, volgens de commissie nog niet volledig uitgeput. De commissie is van mening dat de mogelijkheden voor een ontsluiting via het Pölle paed nader onderzocht dienen te worden. De commissie concludeert dat het besluit met zorgvuldigheid is voorbereid en genomen. Gezien de omstandigheden heeft de raad in redelijkheid tot het nemen van het voorbereidingsbesluit kunnen komen. De commissie is van mening dat de raad niet heeft beschikt in strijd met enig in het algemeen rechtsbewustzijn levend be ginsel van behoorlijk bestuur. De commissie adviseert de raad het bezwaarschrift ongegrond te verklaren. 11 december 1991, Voorzitter, Secretaris, w.g. w.g. drs. A.A.J.S. van de Gevel mevr. mr. N.H. van Driel 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1992 | | pagina 35