De commissie is van mening dat de Raad in redelijkheid tot het
voorbereidingsbesluit heeft kunnen besluiten en adviseert de
Raad het bezwaarschrift van mevrouw Spiekhout ongegrond te
verklaren.
Leeuwarden, 7 april 1992.
Voorzitter, Secretaris,
w. g.
(drs. A.A.J.S. van de Gevel)
w. g.
(mevr. mr. W.A. Visser)
Nummer 7266
MD
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen de brief van mevrouw J.T. Spiekhout-van der Pol,
It Leechje 18 te Hempena d.d. 3 februari 1992, waarin
ingevolge de Wet administratieve rechtspraak overheids
beschikkingen een bezwaarschrift werd ingediend tegen de
beslissing van de Gemeenteraad van 13 januari 1992, waar
bij een voorbereidingsbealuit werd genomen voor het
perceel It Leechje 20 te Hempena;
overwegende dat het bezwaarschrift ingeyolge artikel 2 van
de Procedureverordening Raadaadvieacommisaie voor de
beroep- en bezwaarschriften om advies in handen is gesteld
van de Iliiiiiliiiiili i i iii iimwi nu i i voor de beroep- en bezwaar
schriften;
dat de commissie in haar advies van 7 april 1992
bijlage nr. 115 hem adviseert het bezwaarschrift ongegrond
te verklaren;
dat hij zich met de overwegingen en het advies van de
commissie kan verenigen;
gelet op de Wet administratieve rechtspraak overheids
beschikkingen en de Procedureverordening Raadsadvies-
commissie voor de beroep— en bezwaarschriften;
BESLUIT:
het bezwaarschrift van mevrouw J.T. Spiekhout-van der Pol
te Hempens ongegrond te verklaren.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.