Onteigening van gronden ten behoeve van de uitvoering van
het bestemmingsplan "Huizum-Badweg"
Bijlage nr. 118
Aan de Gemeenteraad.
Bij besluit van 23 november 1981, nr. 15943, hebt u het
bestemmingsplan "Huizum-Badweg" vastgesteld. Gedeputeerde
Staten van Friesland hebben bij besluit van 27 januari
1983, nr. 2586, dit bestemmingsplan goedgekeurd. Deze
goedkeuring ismet uitzondering van een gedeelte ten
zuiden van de inmiddels afgebroken woning Verlengde Schrans
134, bij Koninklijk Besluit van 17 februari 1986, nr. 30,
onherroepelijk geworden (de onthouding van goedkeuring had
geen betrekking op de thans aan de orde zijnde gronden).
In het bestemmingsplan is aan het terrein bestemd voor
medische voorzieningen (Bijzondere doeleinden met bijbeho
rende erven (BD)) een globale bestemming gegeven. Burge
meester en Wethouders moeten deze bestemming nader uitwer
ken (artikel 7, lid 2, van de planvoorschriften). Zoals
bekend heeft het Medisch Centrum Leeuwarden plannen ontwik
keld voor de bouw van een psycho-geriatrisch verpleeghuis
met een capaciteit van 120 patiënten; het is uitdrukkelijk
de bedoeling, dat zo spoedig mogelijk met de bouw van het
verpleeghuis wordt begonnen.
U hebt, overeenkomstig ons voorstel van 10 oktober 1991
(bijlage nr. 244), bij besluit van 21 oktober 1991, nr.
12008, ingestemd met het ontwerp-uitwerkingsplan "Huizum-
Badweg, psycho-geriatrisch verpleeghuis"; vervolgens hebben
wij bij besluit van 12 november 1991, nr. 2636, dit uitwer
kingsplan vastgesteld. Het plan ligt thans nog bij Gedepu
teerde Staten van Friesland ter goedkeuring.
Verder is een ten westen van de Oostergoweg gelegen terrein
bestemd voor verkooppunt van motorbrandstoffen (met bijbe
horend erf), weg en groen.
Voor het verwezenlijken van de vorengenoemde bestemmingen
dient de gemeente de beschikking te hebben over de desbe
treffende percelen. Tot op heden is het niet gelukt deze
percelen langs minnelijke weg te verwerven, met name omdat
er (nog) een (te) groot verschil is tussen de vraag- en
biedprijs. Gelet hierop zijn wij thans van oordeel, dat
maatregelen genomen moeten worden om tot onteigening van
deze percelen te geraken.
1