Met de inschakeling van DHV zal gedurende de eerste fase (waarin de meeste onderdelen van het project zullen worden ontwikkeld) een bedrag gemoeid zijn van f 112.575,-- (incl. B.T.W.). Deze kosten kunnen ten laste worden gebracht van de voor flankerend beleid beschikbaar gekomen middelen. Ter toelichting hierop, met name wat betreft de financie ring van het flankerend parkeerbeleid, merken wij op, dat bij het aanscherpen van de parkeernormen en dus het beper ken van de parkeermogelijkheden voor bedrijven en voorzie ningen, zich het probleem kan voordoen dat de parkeerdruk zich verplaatst naar de omliggende woongebieden (in Leeu warden geldt dit met name voor de schilgebieden)In het Tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer, deel d wordt hier ook op gewezen. Invoering van een systeem van belang- hebbendenparkeren biedt hier uitkomst. Het invoeren van een dergelijk systeem betekent voor de gemeente evenwel een aanzienlijke lastenverzwaring (uitbreiding parkeercontrole en administratieve verwerking van de vergunningen). Daar naast zal bij het aanscherpen van de parkeernormen de nodige aandacht moeten worden besteed aan de bereikbaarheid per openbaar vervoer, fiets e.d., hetgeen tot extra inves teringen kan leiden. Gelet op het vorenstaande, lijkt het ons redelijk dat bij toepassing van stringente parkeernor men overeenkomstig het SW II, door bedrijven een financi ële bijdrage wordt geleverd in de kosten die de gemeente moet maken om ongewenst parkeren tegen te gaan. E.e.a. zal in het Parkeerbeleidsplan nader worden uitgewerkt. Het opstellen van het Parkeerbeleidsplan kan gezien worden als een onderdeel van het flankerend parkeerbeleid. Overigens is reeds eerder aangegeven dat hiervoor geld uit het in te stellen Parkeerfonds zou worden aangewend, nlin het van 11 december 1990 daterende "Overzicht beleidsadvisering; een aanzet tot beleidsplanning", dat op 15 januari 1991 in de Commissie voor Stadsontwikkeling aan de orde is geweest. Belangrijk voor de uitvoering van het project zal zijn een nauw contact en samenwerking tussen DHV en medewerkers van de gemeente. Onder andere met het oog hierop is afgesproken dat het project in Leeuwarden wordt uitgevoerd door een medewerker van DHV, ondersteund door medewerkers van de gemeente. Op deze wijze kunnen de externe advieskosten worden beperkt en kan de eigen kennis van de locale situa tie en de gemeentelijke organisatie optimaal worden benut. Het vorenstaande betekent wel dat het aandeel van de ge meente in de werkzaamheden relatief groot zal zijn. De gemeentelijke apparaatkosten (DS&M) worden geschat op f 85.000,--. Van dit bedrag kan f 25.000,-- (Parkeerbe leidsplan) ten laste worden gebracht van de post Algemeen beleid verkeer en vervoer van de begrotingsfunctie 810.0 structuur- en bestemmingsplannen. Het restant van f 85.000,-- is f 60.000,-- (dat met name betrekking heeft op fiscalisering en schilparkeren) kan ten laste worden ge bracht van de voor flankerend beleid beschikbaar gekomen middelen. 2 Daarnaast is het de bedoeling dat nog een specifiek onder deel van het Parkeerbeleidsplan verder wordt ontwikkeld, namelijk de parkeerprofielen (uitwerking en toepassing). Wat dit betreft merken wij op, dat in het kader van de Ver- voerregio Friesland door het Verkeersburo Diepens en Okkema te Delft een methodiek is ontwikkeld, waarmee een aanzet wordt gegeven voor een gemeentelijk sturend parkeerbeleid. De Vervoerregio gaat er n.l. vanuit dat het parkeerbeleid een sturend karakter moet hebben, wil het een bijdrage kunnen leveren aan de beperking van de groei van het auto verkeer. In het deelrapport van de Vervoerregio "Afstemming parkeerbeleid vier grote kernen Friesland" - dat voor u bij de stukken ter inzage ligt - wordt deze methodiek beschre ven. De bruikbaarheid van de methodiek dient evenwel nader onderzocht te worden. Bovendien dient de toepassing vereen voudigd te worden. Aangezien het Verkeersburo Diepens en Okkema bedoelde methodiek heeft ontwikkeld, heeft het Ministerie van Verkeer en Waterstaat voorgesteld dit bureau dit deel van de opdracht verder te laten onderzoeken voor de Leeuwarder situatie, waarbij samengewerkt wordt met DHV Met de inschakeling van dit bureau (deze offerte ligt eveneens voor u ter inzage) zal een bedrag gemoeid zijn van f 39.105,-- (incl. B.T.W. Aangezien Rijkswaterstaat bepaalde onderdelen uit de par- keerstudie (DHV/D&O) van belang acht voor de Vervoerregio Friesland, heeft men inmiddels (op verzoek van de Vervoer regio) besloten een bijdrage te verlenen in de kosten van deze parkeerstudie. De kosten die met deze onderdelen gemoeid zijn bedragen f 80.000, (incl. B.T.W.Rijkswa terstaat heeft aan de gemeente een rijksbijdrage toegekend van 50Z in de vorm van een vast bedrag van f 40.000, (incl. B.T.W.). Met de inschakeling van DHV en het Verkeersburo Diepens en Okkema is derhalve in totaal een bedrag gemoeid van f 151.680,(incl. B.T.W.), waarvan f 40.000,wordt gesubsidieerd door Rijkswaterstaat. De resterende kosten kunnen (samen met een deel van de apparaatkosten van DS&M) ten laste worden gebracht van de voor flankerend beleid beschikbaar gekomen middelen. Onder mededeling, dat de Commissie voor Stadsontwikkeling u in haar op 28 april 1992 gehouden vergadering heeft geadvi seerd met het vorenstaande in te stemmen, stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-be- sluit. Leeuwarden, 14 mei 1992 Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris. 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1992 | | pagina 377