Kwantitatieve woningbehoefte
Het invullen van de planningslij sten biedt de gemeente de
mogelijkheid om het volkshuisvestingsbeleid te concretise
ren. Daartoe dient eerst bekend te zijn hoeveel woningen nu
eigenlijk nog nodig zijn voor de gemeente Leeuwarden: de
kwantitatieve woningbehoefte. Met behulp van het prognose
pakket DOMUS is voor de planningslijsten van oktober vorig
jaar een berekening gemaakt van het toekomstige bevolkings
aantal van de gemeente. Voorzover mogelijk worden de gege
vens van 1991 meegenomen in de berekening voor de toekom
stige woningbehoefte.
Hoewel op dit moment gewerkt wordt aan de invul1 ^'ng van de
Statistische Informatie Voorziening (de voormalige data
bank) moet worden geconstateerd dat deze nog steeds niet
functioneert. De recente gegevens van 1991 kunnen niet op
correcte wijze meegenomen worden in de bevolkingsprognose.
Toch wijkt met name de bevolkingsgroei van 1991, in posi
tieve zin, af van de voorspellingen. Op 1 januari 1991
kende de gemeente (volgens de afdeling Burgerzaken) 85.684
inwoners, precies een jaar later waren dit er 86.404 (voor
lopige opgave). Een groei van ruim 700 personen. De natuur
lijke aanwas (het verschil tussen het geboorte- en het
sterftecijfer) nam daarbij 222 inwoners voor haar rekening.
Het migratiesaldo (het verschil tussen degenen die zich
vestigen in Leeuwarden en die vertrekken) was met 488
personen eveneens positief. Het woningbestand werd met 286
woningen uitgebreid. Nieuwgebouwd werden in 1991 446 wonin
gen, onttrokken 157 (sloop, verandering bestemming, brand,
etc
Ontwikkeling bevolking en woningvoorraad 31 december
1 1
1 1
1 1
1
bevolking
1
groei
1
woningvoor
1
1
groei
1987
1
85.173
123
39.601
752
1988
85.296
273
40.353
512
1989
85.569
115
40.865
340
1990
85.694
710
41.205
286
1991
i i
86.404
i
41.491
i
I
Uit de berekening van de woningbehoefte voor de meerjaren-
planningslijsten bleek vorig jaar dat er ca. 300 woningen
nieuwgebouwd zouden moeten worden om aan de woningbehoefte
te voldoen. Daarbij zouden er gemiddeld 150 woningen aan de
woningvoorraad onttrokken moeten worden. Volgens de progno
se zou de bevolking tot 1 januari 2000 met gemiddeld 154
personen per jaar groeien. Een nieuwe prognose zal in het
kader van het woningmarktplan gemaakt worden.
2
Duidelijk is uit de tabel dat:
- de positieve trend in de bevolkingsontwikkeling zich
duidelijk voortzet (1991 een groei van 700);
- een dalende uitbreiding van het aantal woningen;
- een nog steeds verder dalende woningbezetting.
Dit resulteert in een grotere woningbehoefte voor de ge
meente Leeuwarden en meer druk op bepaalde sectoren van de
woningmarkt. Aangezien er geen gebruik kan worden gemaakt
van de precieze leeftijdsspecifieke bevolkingssamenstel
ling-, migratie-, sterfte- en geboortecijfers kan deze
vergrote woningbehoefte naar aanleiding van 1991 niet
worden berekend. Geschat wordt dat dit gemiddeld ca. 50
woningen per jaar betreft, hetgeen betekent dat het totale
nieuwbouwprogramma geschat wordt op ca. 350 per jaar.
Het leegstandspercentage van de gemeente wordt momenteel
bijgesteld. De leegstand wordt bepaald conform de landelijk
gehanteerde CBS-definitiedat wil zeggen gebaseerd op
een koppeling van het woningregister met het bevolkings
register: woningen waar geen mensen op staan ingeschreven
en die niet op een andere manier gebruikt worden staan dus
leeg. Dat dit afwijkingen van de feitelijke leegstand geeft
is gebleken uit een kleine controle met behulp van leeg-
standscijfers van een corporatie en uit eigen waarneming.
Afgesproken is dat de controle van het bestand van Burger
zaken met de gegevens van de corporaties regelmatig zal
plaatsvinden. Uit de leegstandsgegevens die hier zijn
bijgevoegd blijkt echter dat het leegstandspercentage niet
is gedaald (3,9 Z), maar waarschijnlijk wel de leegstaande
panden correcter weergeeft.
Begin dit jaar is er een concept "wijk- en dorpsbeschrij
vingen" uitgekomen voor de gemeente Leeuwarden. Hierin
staan vele basisgegevens (1 januari 1991) op wijkniveau,
terwijl ook een analyse is gemaakt van waar (locatie) en in
welke sectoren (koop/huur, gestapeld/laagbouw) de leegstand
voorkomt. Het rapport is in uw bezit.
Het Besluit Woninggebonden Subsidies
Op 1 januari 1992 is zowel voor nieuwbouw als voor verbete
ring een nieuwe subsidiemethodiek ingevoerd. In de meerja
renplanningslij sten dient rekening te worden gehouden met
de mogelijkheden (en onmogelijkheden) die deze subsidieme
thodiek biedt. In de Commissie Stadsontwikkeling bent u
uitgebreider op de hoogte gebracht van dit Besluit Woning
gebonden Subsidies (=BWS).
3