moet worden gevonden tussen enerzijds de bijzondere aantrekkingskracht, die de relatief gave binnenstad biedt op het gebied van cultuurtoerisme en anderzijds de ontwikkeling van (in het oog lopende) publiekstrekkers. MENINGSVORMING. Om op de vraagstelling van de kant van het Fries Museum adequaat te reageren is een uitgebreide informatieronde opgezet. Doel van deze ronde is het geven van informatie over het plan, het stimuleren van de menings vorming en het verzamelen van argumenten die voor en tegen het plan pleiten. Maar de mening van ons college is het aan het gestelde doel beantwoord. In het navolgende zal kort ingegaan worden op de diverse activiteiten die op dit gebied ontwikkeld zijn. Welstand. De welstandsadviescommissie Hüs en Hiem is gevraagd hoe de commissie staat tegenover het project, met het oog op een eventueel latere welstands- en monumentenadviesaanvraag. De commissie heeft op 29-1-1992 vergaderd. Samengevat heeft de commissie het volgende naar voren gebracht. I. De betekenis van een overbrugging van de Turfmarkt als ingreep op de stedelijke ruimtevorm en in het beschermde stadsgezicht: Op grond van het feit dat het project voor een publieke, culturele functie is bestemd is overwegend positief gereageerd. Tegen wijziging van de als zodanig aangewezen monumenten zijn geen overwegende bezwaren II. Het fenomeen "Brug als Gebouw" (in tegenstelling tot een passerelle) in deze stedelijke omgeving: Scepsic wordt uitgesproken over afstemming van het bruggebouw op de fijne geleding en de detaillering van de Kanselarij In de voorgestelde opzet zou het deel Turfmarkt tussen beide museum- delen een voorpleinkunnen vormen. Herinrichting van dit deel van de Turfmarkt is daarbij een vereiste. Een geheel neutrale als onzichtbaargepropageerde passerelle lijkt de commissie ten eerste als concept tot mislukking gedoemd en ten tweede ongewenst III. Wat betreft de architectuur. De luchtbrug is vooral vanuit de constructie vormgegeven. De daaruit voortkomende dimensioneringen zullen bet algemene beeld van de ruimte van de Turfmarkt en de gevelwanden te sterk domineren. Het gaat niet zozeer om de transparantie van bet glas, maar om de lichtheid en de elegantie van de constructie. Ook zal de constructieve zwaarte zich moeizaam verhouden tot de KanselarijHet is wenselijk een optimale doorzichtigheid na te streven en deze niet te laten verstoren door zonweringen en eventuele visuele afschermingen voor het restaurant Tegen het opnemen van deze functie heeft de meerderheid van de commissie bezwaren De welstandscommissie is zich ervan bewust dat de realisatie van het plan risico's voor het stadsbeeld met zich meebrengt. Uit een oogpunt van welstand en monumentenzorg is de commissie bereid deze te accepteren vanwege de onmiskenbare betekenis voor de "upgrading* van het museum. Het onderbrengen van de restaurantfunktie met de daaraan verbonden "uit straling" vindt ze in strijd met de beoogde waardeverhoging voor het museum. In architectonische zin heeft de commissie moeite met het feit dat de brug in de gevelwanden zo nauw tussen de belendingen zit ingeklemd. Gemist wordt een goedgevormde overgangsfiguratie, die de brug niet alleen in de gevel wanden, maar ook met landhoofden" in het straatprofiel markeert. Het eindoordeel van de commissie is gereserveerd-positief Haar reserves betreffen de positionering van het restaurant, de buiten gewone nadrukkelijkheid en de ten opzichte van de Kanselarij te geringe subtiliteit van de constructie; de breedte van het doorsnedeprofiel en de "montage" van de brug aan de belendingen. Voorlichting leden gemeenteraad. Onder verantwoordelijkheid van het Fries Museum, maar in samenwerking met Stadsontwikkeling en Milieu is een voorlichtings- en discussieavond voor alle raadsleden georganiseerd in de Kanselarij. Op deze avond zijn de uitgangspunten voor de toekomst van zowel het Fries Museum als het Verzets museum uiteengezet. De achtergronden van het plan, onder meer de financiering is belicht. De bouwplannen zijn vervolgens uitgebreid door architect toegelicht. De daaropvolgende discussie betrof een scala van onderwerpen die de nodige praktisch informatie opleverden. Tentoonstelling Kanselarij. Van 5 februari tot 15 maart is in de Kanselarij een tentoonstelling gehouden over de plannen van het Fries Museum en het werk van de architect, Gunnar Daan. Belangrijk onderdeel van de tentoonstelling werd gevormd door computer/fotomontages van de luchtbrug en een maquette van het complex. Gemiddeld hebben 60 personen per dag de tentoonstelling bezocht. Uit oogpunt van voorlichting en informatie is deze tentoonstelling zeer succesvol geweest. Agnclacht van dg ffleqig. In de regionale pers is uitgebreid aandacht besteed aan de plannen voor het Fries Museum. Eenmaal is paginagroot aandacht aan het plan besteed, waarbij van verschillende zijde een mening over het plan is gegeven. Verder zijn er in de rubriek "Te Gast" een aantal betrokkenen aan het woord geweest. In de rubriek "Ingezonden" is men inmiddels aan de 18e ingezonden brief toe. De hoorzitting heeft zowel in de pers als bij Omröp Fryslan uitgebreid aandacht gekregen. flovrimtinR. Op 4 maart 1992 is onder verantwoordelijkheid van Stadsontwikkeling en Milieu een hoorzitting gehouden over de plannen van het Fries Museum. Op deze hoorzitting, die voor een ieder toegankelijk was, waren circa 100 personen aanwezig. Ongeveer 20 personen hebben het woord gevoerd. Voor een verslag van deze hoorzitting wordt verwezen naar de ter inzage gelegde stukken. Voor de pauze zijn inleidingen gehouden door de heer R. Vos directeur van het Fries Museum (middels een videopresentatie), de architect Gunnar Daan en E. ter Wal, gemeente-afdeling Ruimtelijke Ordening. Na de pauze zijn van de kant van het publiek opmerkingen gemaakt. De avond kende geen duidelijke uitkomst in de zin dat een meerderheid zich heeft uitgesproken voor of tegen het plan. Opvallend kenmerk van de bijeen komst was, dat men bereid was te luisteren naar de naar voren gebrachte argumenten en dat men deze ook in de verdere meningsvorming wilde betrek ken

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1992 | | pagina 419