te gaan wordt gevormd door de behoefte aan maatwerk voor de leerling c.q. de cursist. Het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie bieden de leerling/cursist een groot scala van opleidingen die met elkaar het standaardaanbod vormen voor jongeren en volwassenen. Daarnaast heeft echter de leerling/cursist in toenemende mate behoefte aan op zijn of haar maat gesneden programma's. Het is de bedoeling dat de KVE, de WCBO, de SVM en de VAVO, waarvan de wetgevingstrajecten inmiddels zijn afgerond of zullen worden afgerond, in 1996 te vervangen door een geïntegreerd wettelijk kader voor het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie. De vorming van ROC's hoeft daar echter niet op te wachten. In verband met de geschetste ontwikkelingen ten aanzien van ROC-vorming hebben de directies van het Friesland College (MBO/CBO)het Fries Avondcollege en Het Baken (instituut voor basiseducatie) vanaf juni 1991 overleg gepleegd over de mogelijkheden van fusie. Dit overleg heeft geleid tot een structuurschets voor een ROC. Op 13 januari 1992 hebben de betrokken besturen een intentieverklaring tot fusie getekend. Het vormingscentrum Stijl heeft de intentieverklaring enige weken later getekend. In die verklaring hebben de besturen zich uitgesproken dat er op 1 augustus 1992, dus bij de start van het nieuwe schooljaar, wordt gestreefd naar een samenvoeging op het niveau van het bestuur en op het niveau van het overige management, waardoor in feite organisatorisch één nieuw onderwijsinstituut zal ontstaan. In maart 1992 is een projectorganisatie opgericht bestaande uit personeelsleden van de betrokken instellingen voor het uitwerken van de intentieverklaring. Deze uitwerking heeft gestalte gekregen in de "Eindrapportage ROC-Friesland"Het algemeen bestuur van het Fries Avondcollege heeft in haar vergadering d.d. 13 mei 1992 besloten per 1 augustus 1992 een besturenfusie aan te gaan met het Friesland College, Het Baken en het vormingscentrum Stijl. Het doel van de besturenfusie is de uiteindelijke vorming van een ROC. Als eerste stap daartoe vindt wellicht reeds per 1 augustus 1993 een institutionele fusie plaats. Tot die tijd is sprake van "compartimentering", dat wil zeggen dat de bij het fusieproces betrokken instellingen op basis van de vigerende bekostigingssystematiek als "autonome" instituten onder één bestuur blijven functioneren. Ten aanzien van de verdere uitbouw van het beoogde ROC kan worden opgemerkt dat met de instellingen voor basiseducatie in Noord-West Friesland, Noord-Oost Friesland en Zuid-West Friesland op dit moment gesprekken plaatsvinden over aansluiting na 1 augustus 1992. Voor het Fries Avondcollege betekent de besturenfusie een verandering van openbaar naar algemeen-bijzondere grondslag. Gelet op het ambtelijk advies ter zake mag worden verwacht dat Gedeputeerde Staten van Friesland geen overwegende bezwaren zullen hebben tegen het "van kleur verschieten" van het Fries Avondcollege. 2 Ingevolge artikel 5 van de gemeenschappelijke regeling Fries Avondcollege zijn de bevoegdheden die aan de deelnemers aan deze regeling krachtens de Wet op het voortgezet onderwijs toekomen als bevoegd gezag van de school overgedragen aan het algemeen bestuur, bestaande uit raadsleden van de aangesloten gemeenten. Overeenkomstig de competentieverdeling is het dagelijks bestuur, bestaande uit de wethouders van onderwijs van de aangesloten gemeenten, onder meer belast met de dagelijkse leiding, daartoe bijgestaan door de rector van de school De aan de regeling deelnemende gemeenten zijn bevoegd de gemeenschappelijke regeling op te heffen. Krachtens artikel 41 van de regeling vindt de opheffing plaats indien de Raden van ten minste tweederde van de deelnemende gemeenten daartoe besluiten. De datum van opheffing behoeft niet gelijk te zijn aan de datum van de bestuurlijke fusie, te weten 1 augustus 1992. Dit houdt verband met de financiële afwikkeling van de regeling. Het algemeen bestuur van het Fries Avondcollege dient namelijk een liquidatieplan op te stellen en wel uiterlijk zes maanden voor het tijdstip waarop de regeling ophoudt te bestaan. Dit plan behoeft de goedkeuring van Gedeputeerde Staten van Friesland. Aangezien voor het voorbereiden van het liquidatieplan een redelijke termijn in acht moet worden genomen, heeft het algemeen bestuur van het Fries Avondcollege besloten dit plan niet eerder dan in oktober 1992 vast te stellen. Dit betekent dat de datum van opheffing van de gemeenschappelijke regeling moet worden bepaald op 1 mei 1993. De besturenfusie betekent voorts dat vanaf 1 augustus 1992 de bijdragen van de deelnemende gemeenten in de nadelige saldi op de exploitatie van de school komen te vervallen. De bijdrage van de gemeente Leeuwarden in het geraamde nadelige saldo tot 1 augustus 1992 bedraagt f 31.060, De Commissie Onderwijs en Samenlevingszaken is in de vergadering van 1 juni 1992 akkoord gegaan met de beëindiging van de gemeenschappelijke regeling Fries Avondcollege per 1 mei 1993. Onder verwijzing naar de ter inzage gelegde bescheiden en op grond van het bovenstaande, stellen wij u voor te besluiten zoals is aangegeven in het bijgaande ontwerp-besluit Leeuwarden, 18 juni 1992. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mrG.J. te Loo Burgemeester. mw.ir. J.A. Lantermans Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1992 | | pagina 433