Hoewel de Minister thans in principe alleen geïnformeerd wenst te worden over de financieringsbehoefte voor het nieuwe jaar 1998, krijgt u evenals vorig jaar een herzien, compleet meerjarenprogramma gepresenteerd. In de periode, verstreken sinds de vaststelling door de gemeenteraad van het vorige meerjarenprogramma (juni 1991), is zo veel gebeurd dat ingrijpende wijzigingen in de oude planning onvermijdelijk zijn. Allereerst dient gewezen te worden op het feit dat de aan de gemeente Leeuwarden toegekende sleutelbudgetten vol strekt ontoereikend zijn om de behoefte aan middelen te dekken. Daarbij vermindert de hoogte van die budgetten ieder jaar en is zoals aangegeven tevens een structurele bezuiniging op til. Alles bij elkaar een zorgwekkende ontwikkeling, zeker gezien de al maar teruglopende onderhoudsstaat van de monumenten waarvan restauratie is voorzien, wat weer leidt tot hogere herstelkosten. Tenslot te zijn enkele nieuwe projecten aangemeld, waaronder de Kanselarij Van de in eerdere meerjarenprogramma's opgevoerde projecten is thans een drietal uitgevoerd: het Oud Sint Anthony- Gasthuis (1988/'90), de Westerkerk (1990/'91) en het orgel van de Doopsgezinde Kerk (1991). Wat de Westerkerk betreft zijn de uiteindelijke kosten hoger uitgevallen dan geraamd en besloten is om voor de kosten van het meerwerk een aanvullende subsidieaanvraag bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg in te dienen. Dit subsidiebedrag zal ten laste komen van de budgetjaren 1994 en 1995. Voorts zijn inmiddels door de Rijksdienst voor de Monumen tenzorg voor de volgende restauraties subsidiebeschikkingen afgegeven: het orgel van de Hervormde Kerk in Wirdum (aan vang 1 januari 1993), de kerk van Goutum (uitvoering in 1993) en de Evangelisch-Luthersche Kerk aan de Nieuwe Oosterstraat (start naar verwachting nog dit jaar). Deze projecten moeten als vaststaand worden beschouwd. De stad staat na de Westerkerk een volgend omvangrijk en belangrijk restauratieproject te wachten. In de tijd dat de Kanselarij nog eigendom was van het Rijk heeft de buiten zijde al eens een opknapbeurt ondergaan. Hieraan zal spoe dig een vervolg worden gegeven ten behoeve van de inge bruikname van dit gebouw door het Fries Museum. De van de begrote, subsidiabele restauratiekosten voor het casco af te leiden subsidie bedraagt 1.452.000 gulden. Eveneens in het afgelopen jaar aangemeld is de restauratie van de gebrandschilderde ramen van de Bonifatiuskerk. Naast de zeer noodzakelijke herstelling van de voorpastorie, te beschouwen als een nawee van de torenval in de jaren-zeven tig, en van drie van de vier roosvensters vormt dit het derde te restaureren onderdeel van het kerkcomplex. De beschikbaarstelling van de subsidie voor dit project lijkt overigens niet eerder dan omstreeks het jaar 2000 te kunnen plaatsvinden. 2 Rekening houdend met het voorgaande zijn voor de planning van de overige restauraties de volgende criteria gehan teerd. Tot op zekere hoogte is de volgorde van voorgestelde beschikbaarstelling van subsidies uit vorige meerjarenprogramma's aangehouden. Tevens is rekening gehou den met de onderhoudstoestand en met het gebruiksaspect. Zo zijn wij van mening dat de slechte onderhoudsstaat van enkele molens nauwelijks verder uitstel van aanpak toelaat. Tenslotte wordt ernaar gestreefd de beschikbaarstelling van de middelen zo veel mogelijk binnen één jaar te laten geschieden. Voor wat betreft de feitelijke uitvoering van restauraties waarvoor de in beginsel door het Rijk toegezegde middelen n£ budgetjaar 1993 beschikbaar komen, zij opgemerkt dat de mogelijkheid bestaat tot voorfinanciering met rentedragende leningen via het Nationaal Restauratiefonds. Het hangt van de bereidheid van een eigenaar om de voorfinancieringslas ten op zich te nemen af, of het daadwerkelijk tot een restauratie vooruitlopend op de uitbetaling van subsidies komt. In de praktijk blijken de meeste eigenaren helaas onvoldoende financieel draagkrachtig te zijn om ook die extra lasten op zich te kunnen nemen. Aan ons streven naar uitvoering van restauraties van woon huismonumenten in het kader van het B.R.R.M. hebben we helaas wederom nog geen gevolg kunnen geven. Urgenter projecten blijven voorlopig een te groot beslag op de beschikbare middelen leggen. We blijven niettemin hopen dat op termijn toch financiële ruimte ontstaat voor subsidi ering van woonhuisrestauraties op grond van het B.R.R.M. Onder mededeling, dat de Commissie Stadsontwikkeling u in haar vergadering van 9 juni 1992 heeft geadviseerd met ons voorstel in te stemmen, stellen wij u voor om het geactua liseerde Meerjarenprogramma restauratie monumenten voor de jaren 1993 tot en met 1998 vast te stellen conform bijge voegd ontwerp-besluit Leeuwarden, 18 juni 1992. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris. 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1992 | | pagina 436