Nummer 11958
/DK
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
18 juni 1992 (bijlage nr. 141);
BESLUIT:
A. de Veemarktverordening, in werking getreden op
15 april 1978, zoals sedertdien gewijzigd, te
wijzigen als volgt:
I. Artikel 1, onder b. komt te luiden:
b. veemarktdagen: de dagen waarop handel wordt
gedreven in vee;
II. Artikel 1, onder j. komt te luiden:
j. direkteur: de directeur van de Dienst Friesland
hal;
III. Artikel 20, lid 2: veemarktdag wordt gewijzigd in:
veemarktdagen;
IV. Artikel 37a.: de zinsnede "voor het Marktwezen en
wordt geschrapt.
B. De verordening treedt in werking op 1 juli 1992.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
RAADSADVIESCOMMISSIE VOOR DE BEROEP- EN BEZWAARSCHRIFTEN.
Advies inzake het bezwaarschrift van mr. M.L. Niemöller namens Mobil Oil BV
tegen het voorbereidingsbesluit voor het terrein ten noorden van de Prof. Mr. P.S.
Gerbrandyweg.
Bijlagenr. 142
Aan de Gemeenteraad.
1. Inleiding.
Bij besluit van 13 januari 1992 heeft de Raad verklaard dat een partiële herziening
van de bestemmingsplannen "Uitbreidingsplan Lekkumerend" en "Lekkumerend-Oost"
wordt voorbereid voor een terrein ten noorden van de Prof. Mr. P.S. Gerbrandyweg
te Leeuwarden.
Tegen dit besluit heeft mevr. mr. M.L.Niemöller namens Mobil Oil BV ingevolge de
wet Administratieve rechtspraak Overheidsbeschikkingen een bezwaarschrift
ingediend.
Dit bezwaarschrift is ingevolge de Procedureverordening voor de beroep- en
bezwaarschriften om advies in handen gesteld van de raadsadviescommissie voor de
beroep- en bezwaarschriften.
2. Inhoud van het bezwaarschrift.
Het bezwaarschrift komt, kort samengevat, op het navolgende neer.
Het voorbereidingsbesluit is genomen met het oog op het realiseren van de uitbrei
dingsplannen van het bedrijf Engelsma en Wijnia BV te Leeuwarden en maakt
verplaatsing en uitbreiding van het benzineverkooppunt van dit bedrijf naar een
andere lokatie mogelijk. Hiertegen richten zich de bezwaren.
Verplaatsing van het verkooppunt wordt uit planologisch oogpunt ongewenst geacht
en ook niet noodzakelijk, nu er reeds drie verkooppunten aanwezig zijn binnen een
zeer korte afstand. Uit distributie-planologisch oogpunt is er geen ruimte voor een
extra verkooppunt en realisering van de plannen zal dan ook een ernstige aantasting
van de rentabiliteit van de reeds gevestigde verkooppunten tot gevolg hebben.
Het huidige verkooppunt is door de ligging gericht op de clientèle van het bedrijf.
Dit zal bij het nieuwe verkooppunt geheel anders zijn, omdat die wordt gevestigd
op de meest centrale locatie aan de doorgaande weg.
Realisering van de plannen leidt ook tot een uitbreiding van de activiteiten met
LPG en een high speedpomp voor vrachtwagens, hetgeen als zeer nadelig voor de
overige aanwezige verkooppunten wordt geacht.