mochten stijgen ten opzichte van het niveau dat daarvoor bij de
subsidietoekenning in het programma 1991 gold; voor incidentele
subsidies is een accres van 5% aangehouden.
Met betrekking tot de subsidiabele personele kosten is
uitgegaan van het schaalnummer dat voor een personeelslid in
1992 zal gelden inclusief periodieke verhogingen en het bij dat
schaalnummer behorende salarisbedrag per 1 januari 1992.
Wat de inhoud van het programma betreft, verwijzen wij u verder
kortheidshalve naar de tekst van het programma en de daarbij
behorende Nadere Standpuntbepaling zelf.
Het in het kader van de planprocedure voorgeschreven drie
partijen-overleg tussen vertegenwoordigers van werkgevers- en
werknemersorganisaties en gemeente over de personele
consequenties van het concept-programma, heeft geen aanleiding
gegeven tot het doen van voorstellen tot wijziging van het
ontwerp-Programma
De adviezen die wij met betrekking tot het ontwerp-Programma
ontvingen van de zijde van de Commissie Emancipatie-
aangelegenheden, de Commissie Cultuur, Sport en Recreatie en de
Commissie Onderwijs en Samenlevingszaken zijn door ons
betrokken bij de opstelling van de Nadere Standpuntbepaling. De
verslagen van de desbetreffende vergaderingen zijn voor u
eveneens ter inzage gelegd.
Voor een overzicht van de financiële consequenties van de in
het programma opgenomen voorstellen verwijzen wij naar de
financiële overzichten in hoofdstuk 3 (ontwerp) en - voorzover
deze overzichten wijziging hebben ondergaan - naar de
aangepaste en gecorrigeerde versies, zoals die in de Nadere
Standpuntbepaling en Nota van Wijzigingen zijn vermeld. In het
financiële hoofdstuk van het programma is een totaal-overzicht
opgenomen van uitgaven, die in de verschillende werksoorten
zijn voorgenomen.
Daarbij is tevens een relatie gelegd met de ramingen voor de
Gemeentebegroting 1992. Met betrekking tot de dekking van de
uitgaven die in het programma zijn voorgesteld, kan gesteld
worden dat gewerkt is binnen de ruimte die in de Gemeente
begroting 1992 is gereserveerd voor sociaal-cultureel werk.
Voor in de loop van het programmajaar 1992 nog te honoreren
subsidieverzoeken resteert, rekening houdend met een in de
Nadere Standpuntbepaling opgenomen berekeningsfout in
hoofdstuk 6 (Humanitas), een bedrag van f 63.071,tot welk
bedrag het college subsidie kan toekennen in de zogenaamde
rondes nagekomen subsidieverzoeken.
In onze vergadering op 22 oktober 1991 hebben wij besloten u
voor te stellen om het Buro Sociale Raadslieden voor 1992
éénmalig tot een bedrag van f 52.500,te subsidiëren in het
kader van het Programma Sociaal—Cultureel Werk 1992. In de bij
dit voorstel behorende Nadere Standpuntbepaling wordt hierop
nader ingegaan. Mede naar aanleiding van een reactie op het
ontwerp—Programma door de Stichting PMZW stellen wij u voor de
bijdrage aan het BSR voor 1992 te bepalen op f 57.400,
2
Dit bedrag wordt ten laste van
gramma 1992 gebracht. Voor de s
of en in welke mate integratie
terrein van het informatie- en
Daarbij zal tevens aan de orde
financiering van dit werk voor
Voorstellen hieromtrent kunt u
zien.
de post onvoorzien van het Pro-
ituatie na 1992 wordt onderzocht
kan worden bewerkstelligd op het
advieswerk.
komen de wijze waarop de
1993 en daarna eruit zal zien.
in de loop van 1992 tegemoet
Omtrent het onderhavige programma in het algemeen en de daarbij
behorende Nadere Standpuntbepaling en Nota van Wijzigingen in
het bijzonder is de Commissie Onderwijs en Samenlevingszaken in
haar vergadering van 12 december 1991 om advies gevraagd,
terwijl voor het onderdeel emancipatie-aangelegenheden, en voor
Amateuristische Kunstbeoefening en Kunstzinnige Vorming de
Commissie Cultuur, Sport en Recreatie om advies zijn gevraagd
in hun vergaderingen, beide op 11 december 1991. Deze
commissies adviseren u met onze voorstellen in te stemmen.
Daarnaast heeft over de Nadere Standpuntbepaling en Nota van
Wijzigingen op 18 december 1991 een drie-partijen-overleg
plaatsgehad tussen vertegenwoordigers van werkgevers- en werk
nemersorganisaties en gemeente over de personele consequenties
die voortvloeien uit de in deze nota opgenomen voorstellen.
Resumerend stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig het
bijgevoegde ontwerp-besluit
Leeuwarden, 2 januari 1992.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mrG.J. te Loo Burgemeester.
mw.ir. J.A. Lantermans Secretaris.
3