2
G.
H.
Verzoek d.d. 11 juni 1993 van
W. Bosma, Oostersingel 24, tot
het openen van hernieuwd over
leg met hem omtrent de verkoop
van een perceeltje grond achter
zijn woning Oostersingel 24.
Brief d.d. 25 juni 1993 van de
Leeuwarder Huisartsen Vereni
ging waarin zij de volgende
drie verzoeken doen:
wijken niet afsluiten;
le Kanaalsbrug niet
afsluiten voor gemotori
seerd verkeer;
brugopeningstijden aanpas
sen aan de verkeersdrukte.
1.
2.
3.
I.
Brieven inzake het openhouden
van de le Kanaalsbrug voor
gemotoriseerd verkeer van:
1. E. Spanninga, voorzitter
van de Werkgroep Verkeer
van de Oranjewijk, d.d. 23
juni 1993;
2. mevrouw G.M. Feenstra,
verloskundige aan de Emma-
kade, d.d. 19 februari
1993;
3. de heer T. Fahner, verte
genwoordiger van de onder
nemers aan de Zuider-
grachtswal, d.d. 13 mei
1993 en 30 augustus 1993.
Voorgesteld wordt deze brief in
handen te stellen van burgemeester
en wethouders om preadvies.
1. Wijken worden niet afgesloten,
slechts de ontsluitingsstruc
tuur wordt soms aangepast;
2. ons besluit van 1 juni 1993,
waarbij de le Kanaalsbrug in
beide richtingen voor gemotori
seerd verkeer wordt afgesloten,
is op 21 juli en 15 september
1993 voorgelegd aan de Commis
sie Milieu en Stadsbeheer. Deze
commissie kan zich in meerder
heid verenigen met dit besluit;
3. over dit punt wordt momenteel
door de afdeling Weg- en Water
bouw van de Dienst Stadsbeheer
overleg gevoerd met de provin
cie. Te zijner tijd zal adres
sant hierover nader bericht
krijgen van de afdeling Weg- en
Waterbouw.
Wij hebben adressant inmiddels van
het vorenstaande, recent in een
mondeling overleg, op de hoogte
gebracht. Derhalve stellen wij u
voor nevenstaande brief voor ken
nisgeving aan te nemen.
Ons besluit van 1 juni 1993, waar
bij de le Kanaalsbrug in beide
richtingen voor het gemotoriseerd
verkeer wordt afgesloten, is op
21 juli en 15 september voorgelegd
aan de Commissie Milieu en Stads
beheer. Deze commissie kan zich in
meerderheid verenigen met dit
besluit. Wij hebben adressanten
inmiddels van het vorenstaande op
de hoogte gebracht. Derhalve stel
len wij u voor nevenstaande brie
ven thans voor kennisgeving aan te
nemen.
3
j. Brief d.d. 17 juli 1993 van de
Vereniging voor Peuterspeelza
len in Leeuwarden waarin
bezwaar wordt gemaakt tegen de
hoogte van het over 1992 vast
gestelde subsidie.
Aangezien het hier een bezwaar
schrift tegen een van het college
afkomstige beschikking betreft, is
het bezwaarschrift ten onrechte
aan de gemeenteraad geadresseerd.
Voorgesteld wordt dit bezwaar
schrift ter afhandeling in handen
te stellen van burgemeester en
wethouders. Advies zal worden
ingewonnen van de Adviescommissie
aan burgemeester en wethouders
voor beroep- en bezwaarschriften
van de Dienst Welzijn.
K. Brief d.d. 19 augustus 1993 van
de heer dr. W.R. Brouwer te
Goutum waarin hij op grond van
de Wet Arob een bezwaarschrift
indient tegen het voorberei-
dingsbesluit voor het perceel
Tearnserdyk 12 te Goutum.
Het bezwaarschrift is om advies in
handen gesteld van de Raadsadvies-
commissie voor de beroep- en
bezwaarschriften.
L. Brief d.d. 1 september 1993 van
de Stichting Welzijn Ouderen
Leeuwarden over de aangekon
digde bezuinigingen op het
gecoördineerd ouderenwerk met
ingang van 1995.
De inhoud van deze brief kan wor
den betrokken bij de behandeling
van onze voorstellen in het kader
van de bezuinigingen 1993-1997 in
uw vergadering van 15 en 16 novem
ber 1993.
M. Brief d.d. 3 september 1993 van
de heer P.H. Stellingwerf waar
in hij commentaar levert op de
door de directeur DSW bij het
college ingediende reorganisa
tievoorstellen van zijn dienst.
Het door adressant geleverde com
mentaar zal worden betrokken bij
de beoordeling van de reorganisa
tievoorstellen van de DSW. Voor
gesteld wordt adressant overeen
komstig te berichten.
N. Brief d.d. 7 september 1993 van
de bewoners van de Verzets-
straat te Leeuwarden, p/a de
heer SjDuinstra, Verzets-
straat 20, waarin zij verzoeken
om vergoeding van planschade ex
artikel 49 van de Wet op de
ruimtelijke ordening.
De brief is weliswaar gericht aan
ons college, maar moet geacht wor
den aan u te zijn gericht. Voor
verzoeken om schadevergoeding als
bedoeld in artikel 49 van de Wet
op de ruimtelijke ordening is uw
raad namelijk het competente
orgaan. Een verzoek om planschade
vergoeding kan evenwel niet eerder
worden ingediend dan nadat er
sprake is van een onherroepelijk
vrijstellingsbesluit als bedoeld
in artikel 19 van genoemde wet,
hetgeen thans nog niet het geval
is. Tegen beide beschikkingen tot
handhaving van de desbetreffende
vrijstellingen (respectievelijk
benzinetankstation en een
bedrijfsgebouw) is namelijk beroep
ingesteld bij de afdeling Recht
spraak van de Raad van State. Wij
stellen u dan ook voor het verzoek