Die eisen luiden samengevat:
a. Naar de aard mag de activiteit geen hinder voor het
woonmilieu opleveren. Dat laat zich vertalen naar een
toelaatbaarheid volgens categorie 1 van de VNG-lijst en
een mogelijkheid van vrijstelling voor categorie 2;
b. Ze mag geen detailhandel en geen horeca betreffen,
behoudens op specifiek daarvoor aangewezen plaatsen;
c. De activiteit moet (mede) worden uitgeoefend door de
bewoner(s) van de betreffende woning en het totaal
aantal werkenden mag niet meer dan drie bedragen;
d. Het ruimtebeslag dient van ondergeschikte betekenis te
zijn. De totale oppervlakte aan bijgebouwen (waarin mede
deze activiteit kan worden uitgeoefend) mag niet groter
zijn dan in het betreffende bestemmingsplan wordt toege
laten.
Dat laatste laat zich in de stadsvernieuwingsgebieden
als volgt vertalen: ten hoogste 50Z van het achtererf
mag worden bebouwd met een maximum van 40 m2;
e. Het uiterlijk aanzien van de woning mag niet worden
aangetast
f. De activiteit mag niet leiden tot parkeer- en verkeers
overlast;
g. Ze mag niet leiden tot overlast door een publiekaantrek-
kende werking;
h. De activiteit mag niet leiden tot een feitelijke wijzi
ging van de bestemming wonen;
i. Er moet voldoende bergruimte overblijven in of bij de
woning
Er is in het concrete geval sprake van een bedrijfje in
voedingswaren
De activiteiten zijn hinderwetplichtigWij hebben inmid
dels een hinderwetvergunning afgegeven. Dat betekent, dat
aan de eisen daaraan gesteld, kan worden voldaan.
Ten aanzien van de eisen onder b. tot en met i. merken wij
op, dat het verzoek ook daar aan voldoet.
Samengevat hebben wij tegen het maken van en het handelen
in sambals en sausen en het bereiden van maaltijden op het
perceel Camminghastraat 72 geen bezwaar, zolang aan de
daaraan gestelde eisen wordt voldaan.
Teneinde de gevraagde medewerking te kunnen verlenen, is
het noodzakelijk, dat voor het betreffende perceel een
voorbereidingsbesluit wordt genomen.
Een dergelijk besluit biedt de grondslag om vrijstelling te
verlenen van het geldende bestemmingsplan conform artikel
19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Na ontvangst van een daartoe strekkende verklaring van geen
bezwaar van Gedeputeerde Staten kan die vrijstelling worden
verleend
2
Onder mededeling, dat de Commissie voor Stadsontwikkeling
in haar vergadering van 5 januari 1993 u heeft geadviseerd
met vorenstaande in te stemmen, stellen wij u voor te
besluiten conform bijgevoegd concept-besluit.
Leeuwarden, 4 februari 1993
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris.
3