Nummer 1613 MD DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 4 februari 1993 (bijlage nr. 47); BESLUIT: vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de Bezoldigingsverordening 1960. Artikel I De onderdelen 2, salarisbedragen in guldens per maand bij de aangegeven salarisanciënniteit in jaren van de bijlagen A en AA, alsmede de bijlage C, worden vervangen door de bij dit besluit behorende bijlagen. Artikel II Deze verordening treedt in werking met ingang van heden en werkt terug tot en met 1 april 1992. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Ontwerp-Convenant beeldende kunst. Bijlage nr. 48. Aan de Gemeenteraad. Op 28 oktober 1992 is door Provinciale Staten van Friesland akkoord gegaan met het ontwerp-Convenant beeldende kunst, dat dient te worden aangegaan met de gemeenten Leeuwarden en Smallingerland. Thans worden de gemeenteraden van beide centrumgemeenten verzocht het convenant eveneens goed te keuren, waarna tot ondertekening kan worden overgegaan. Het Convenant is een uitvoering van een eerdere overeenkomst tussen het Inter Provinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)waarbij een aantal centrum gemeenten in Nederland (waaronder Leeuwarden en Smallingerland) financieel in staat wordt gesteld om een beeldend kunstbeleid te voeren. Alvorens op de inhoud van het ontwerp-convenant in te gaan wordt onder punt 1. ter nadere gedachtenbepaling de toedracht tot de opstelling van het ontwerp-convenant weer gegeven. 1. INLEIDING Met ingang van 1 januari 1987 heeft het Ministerie van WVC de uitvoering van de Beeldende Kunstenaarsregeling (BKR) officieel beëindigd. In de periode daaraan voorafgaand was reeds de gefaseerde afbouw van de regeling in gang gezet. Voor de gemeente Leeuwarden heeft dit tot gevolg gehad dat in concreto een jaarlijks bedrag van gemiddeld f 600.000, niet meer kan worden besteed voor het aankopen van kunst werken, het verstrekken van kunstopdrachten en het aantrek ken van kunstenaars voor het uitvoeren van dienstverlenende opdrachten. Het Rijk heeft de gelden die bezuinigd werden door het niet meer uitvoeren van de BKR, te zamen met de gelden die op grond van de Tijdelijke Regeling Kunstuitleen tot 1984 aan de gemeenten werden toegekend, voor een deel heringezet in de beeldende kunstsector. Dit gebeurde onder meer door mid del van het verstrekken van doel-uitkeringen aan de provin cies en de vier grote steden. Op deze wijze is sedert 1987 aan de provincie Friesland een rijksbijdrage verstrekt, die in de laatste jaren een kleine f 1 miljoen bedraagt. De gemeente Leeuwarden is hierbij van provinciewege in de gelegenheid gesteld om voor specifieke projecten inciden teel een beroep te doen op de aan de provincie ter beschik- 1

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 136