Bijlage nr. 51
Aan de Gemeenteraad.
Ingaande 1 januari 1992 is de Wet op het consumenten
krediet in werking getreden. Met deze wet, die de Wet
op het consumptief geldkrediet vervangt, wordt beoogd
een uniforme regeling te geven voor het consumenten
krediet, waaronder wordt verstaan de beroeps- of
bedrijfsmatige kredietverlening aan de niet profes
sionele kredietnemer. Hierbij geldt als doelstelling
dat de positie van de consument wordt versterkt door
het bevorderen van goede consumentenvoorlichting en
- bescherming.
De gemeentelijke kredietbanken vallen ook onder de
werking van de Wet op het consumentenkrediet.
Ingevolge artikel 1 onder n van de Wet op het
consumentenkrediet wordt verstaan onder gemeentelijke
kredietbank: een instelling voor kredietverlening,
opgericht door een of meer gemeenten. Aangezien de
Stichting Gemeenschappelijke Kredietbank Friesland
(G.K.B.-F.) is opgericht bij besluit van de gemeen
teraad van Leeuwarden is bereikt dat de G.K.B.-F.
rechtstreeks onder de in de Wet op het consumenten
krediet opgenomen definitie van gemeentelijke
kredietbank valt.
Voor de gemeentelijke kredietbanken is in de Wet op
het consumentenkrediet een aantal specifieke
bepalingen opgenomen.
Op de eerste plaats zijn enige bepalingen met be
trekking tot krediettransacties niet van toepassing.
Om de gemeentelijke kredietbanken niet te beperken
bij de "sociale kredietverlening" geldt het verbod
van looncessie en de beperkingen van bedingen van
sociale zekerheden niet als de kredietnemer een in
komen heeft dat niet hoger is dan een uitkering op
grond van de Algemene Bijstandswet en ingeval een
krediet verstrekt wordt in het kader van een regeling
met betrekking tot de bestaande schuldenlast van de
kredietnemer (saneringskrediet).
Voorts behoeft een gemeentelijke kredietbank geen
vergunning van de minister van Economische Zaken om
krediet te verlenen. Het toezicht wordt geacht te
worden uitgevoerd door de Gemeenteraad.
Vaststelling bankreglement van de Stichting
Gemeenschappelijke Kredietbank Friesland.