Ingevolge het bepaalde in artikel 7 van de Wet op het
consumentenkrediet dient de gemeenteraad voor de be
drijfsvoering van de gemeentelijke kredietbank een
reglement vast te stellen. Uit het reglement dient
tenminste te blijken op welke wijze zal worden vol
daan aan het bepaalde in de hoofdstukken III en IV
van de wet waarin regels zijn gesteld respectievelijk
met betrekking tot werving, bemiddeling, en be
handeling van kredietaanvragen en met betrekking tot
het aangaan van een krediettransactie. Voorts dienen
in het reglement regels te worden gesteld met betrek
king tot de deelname aan een stelsel van krediet
registratie.
Ter voldoening aan deze wettelijke voorschriften
heeft het bestuur van de G.K.B.-F. het bankreglement
herzien. Hierbij is aansluiting gezocht bij het door
de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet vast
gestelde standaardreglement. Het bestuur verzoekt u
het nieuwe bankreglement vast te stellen.
Het nieuwe reglement bevat de volgende hoofdstukken:
hoofdstuk I Inleidende bepalingen,
hoofdstuk II Doelstelling en Middelen,
hoofdstuk III: Kredietverlening,
hoofdstuk IV Schuldregeling,
hoofdstuk V Hypothecaire geldleningen,
hoofdstuk VI Bepalingen van comptabele aard en
hoofdstuk VII: Geschillen.
In hoofdstuk III van het nieuwe reglement is vast
gelegd dat de bank deelneemt aan een stelsel van
kredietregistratie door aansluiting bij het Bureau
Kredietregistratie te Tiel.
Voorts is in dit hoofdstuk geregeld dat de bank ge
houden is kosteloos een prospectus beschikbaar te
stellen waarin tenminste zijn opgenomen de Algemene
Voorwaarden, de van toepassing zijnde tarieven, de
effectieve kredietvergoedingspercentages en de wijze
waarop informatie wordt verkregen over eerder ver
strekte kredieten. Tevens zijn voorschriften
opgenomen m.b.t. de kredietaanvraag, de krediet
overeenkomst, aflossing, kredietvergoeding, ver
vroegde aflossing en opeising van kredieten. In dit
verband wordt opgemerkt dat bepaald is dat de bank
alvorens een krediet te verstrekken dient te be
schikken over genoegzame, anders dan mondelinge,
inlichtingen met betrekking tot de kredietwaardigheid
van de aanvrager en gegevens dient op te vragen bij
het Bureau Kredietregistratie te Tiel. In de Wet op
het consumentenkrediet zijn deze voorwaarden alleen
dwingend voorgeschreven met betrekking tot kredieten
waarvan de kredietsom f. 2000,of meer bedraagt.
Met deze bepalingen wordt voldaan aan de in de wet
gestelde vereisten met betrekking tot het reglement.
Opgemerkt wordt dat in aanvulling op de wettelijke
voorschriften een regeling is opgenomen met betrek
king tot de kwijtschelding van het nog niet afgeloste
deel van het krediet bij overlijden. In het oude
reglement was een vergelijkbare regeling opgenomen.
In vergelijking met het oude reglement, dat dateert
van 1986, is voorts nieuw dat thans ook voorzien is
in de mogelijkheid tot het verstrekken van doorlopend
krediet en van hypothecaire geldleningen. Uitbreiding
van het dienstenpakket met deze kredietvormen past in
het beleid om te komen tot een situatie waarin de
kosten van de sociale kredietverlening voldaan kunnen
worden uit de opbrengsten van de normale kredietver
lening. Hierbij wordt opgemerkt dat de bevoegdheid
tot het verstrekken van hypothecaire geldleningen is
beperkt tot leningen aan particulieren terzake van
een door de geldlener zelf bewoonde woning.
Ook is nieuw dat is voorzien in een regeling voor
klachten en geschillen betrekking hebbende op be
slissingen m.b.t. een kredietverstrekking e.g.
schuldregeling en de gang van zaken rond een (aan
vraag tot) kredietverstrekking c.q. schuldregeling.
Wij zijn van mening dat het nieuwe bankreglement
voldoet aan de in de Wet op het consumentenkrediet
gestelde eisen en voldoende waarborgen biedt voor een
verantwoorde sociale en normale kredietverlening door
de G.K.B.-F. Wij stellen u dan ook voor het bank
reglement dat als bijlage bij deze raadsbrief is
gevoegd vast te stellen en ter goedkeuring aan te
bieden aan gedeputeerde staten.
Onder vermelding dat de Commissie Economische en
Sociale Zaken in zijn vergadering van 21 januari 1993
heeft geadviseerd met dit voorstel in te stemmen
stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig het
bijgevoegde concept-besluit.
Leeuwarden, 4 februari 1993
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mw. ir. J.A. Lantermans
Secretaris.