Tegen het ontwerp-bestemmingsplan is één bezwaarschrift
ingediend, namelijk door de heren Joh. B. Calsbeek en
J. Calsbeek, respectievelijk te Snakkerburen en te Akkrum.
Beide reclamanten zijn eigenaren en deels ook gebruikers
van twee percelen aan de noordzijde van Snakkerburen (in
het binnengebied tussen Pöllepaed en Leechpaed), waarop een
aantal in onbruik geraakte kassen staan. Deze tuinderij
maakt deel uit van het gebied waaraan in het ontwerp-plan
de bestemming "Agrarische doeleinden" is gegeven. Men heeft
waardering voor het grotendeels conserverende beleid, zoals
dat in het bestemmingsplan is vastgelegd en men heeft er
ook begrip voor dat in het plan zorg wordt uitgesproken
over de (vervallen) toestand waarin een deel van de tuinde
rij verkeert. Reclamanten geven aan weer mogelijkheden te
zien voor voortzetting van het bedrijf, maar hiervoor is
nodig het verkrijgen van goede voorwaarden voor het voort
bestaan van de tuinderij.
Concreet wordt bezwaar gemaakt tegen de woonbestemming
(Woondoeleinden klasse b) aan de noordzijde van het Leech
paed en de milieuhygiënische randvoorwaarde in artikel 3
(Beschrijving in hoofdlijnen geldend voor het gehele plan
gebied) dat tussen de woningen en de kassen een afstand van
minimaal 50 m in acht dient te worden genomen.
Het weglaten van woningbouw aan de noordzijde van het
Leechpaed zou, aldus reclamanten, wellicht meer in de lijn
van het plan liggen, aangezien in de toelichting bij het
plan (punt 2.3, Nieuwe structuur en bebouwing) de wense
lijkheid wordt uitgesproken voor het behoud van een vrij
uitzicht over het binnengebied.
Teneinde het functioneren als bedrijfseenheid niet te
verstoren achten reclamanten het voorts noodzakelijk, dat
de woonbestemming (Woondoeleinden klasse b) langs Oan 'e
Dyk, ten noorden van nr. 109, wordt onderbroken en vervan
gen door de bestemming "Agrarische doeleinden"omdat hier
de uitgang van het bedrijf is (met de mogelijkheid van
enige opslag voor het vervoer).
In artikel 7 (Agrarische doeleinden) is in de "Beschrijving
in hoofdlijnen" aangegeven, dat gestreefd dient te worden
naar herstel van het aanwezige kassencomplex en dat bij
niet realiseren hiervan dient te worden bevorderd dat het
restant van de kassen wordt verwijderd en de grond wordt
aangewend voor agrarisch gebruik dan wel als (volks)tuinen-
complex. Dit laatste achten reclamanten niet van werkelijk
heidszin getuigen, gezien de hoge kosten die een dergelijke
verandering van inrichting betekent (o.a. verwijderen van
funderingen)
2
Een volkstuinencomplex in een vorm, die naar hun inzicht
ook met de bedoelingen van de opstellers van het plan
strookt, n.l. met wat grotere tuinperceeltjes en de moge
lijkheid om daarop een verblijfsruimte en berging te bou
wen, lijkt meer kans van slagen te hebben. Men verzoekt dan
ook in het plan een wijzigingsbevoegdheid (voor ons colle
ge) op te nemen, die in deze mogelijkheid voorziet.
Tenslotte merken reclamanten op, dat hen de laatste jaren
regelmatig verzoeken hebben bereikt om grotere delen van de
tuinderij te verkopen voor de bouw van een of meer landhui
zen. Mocht de gemeente daartoe aanleiding zien, dan zou ook
in die zin een wijzigingsbevoegdheid kunnen worden overwo
gen, "teneinde een stabiliteit in de onderhoudstoestand in
dit deel van Snakkerburen te bewerkstelligen"
Naar aanleiding van deze bezwaren merken wij het volgende
op.
De aanwezigheid van de agrarische functie (tuinderij,
boerenbedrijf) maakt een wezenlijk bestanddeel uit van het
karakter van Snakkerburen, aldus de toelichting bij het
plan (blz. 10). Daarom is het jammer, dat de tuinderij in
een nogal vervallen toestand verkeert. Op basis van het
hiervoor aangegeven uitgangspunt is het terrein van de
buiten bedrijf zijnde tuinderij bestemd voor "Agrarische
doeleinden"Daarmee wordt aan het eventueel opnieuw star
ten van kwekerij-activiteiten op dit terrein een goede
basis verschaft. Een vorm van tuinbouw is hier ook in de
toekomst op zijn plaats.
In het plan wordt een afstand van ten minste 50 m geëist
tussen de woonbebouwing en de kassen. Deze regeling komt
voort uit milieuhygiënische overwegingen (voorkomen van
milieuhygiënische conflicten tussen beide bestemmingen) en
is opgenomen op advies van de Commissie van Overleg.
Van deze afstand kan worden afgeweken wanneer in voldoende
mate verzekerd is dat tengevolge van de kweekmethoden
(gedacht moet worden aan het gebruiken van milieuvriende
lijke bestrijdingsmethoden) geen met de woonfunctie con
flicterende situatie ontstaat.
Bedoelde milieuhygiënische bepaling kan consequenties heb
ben voor slechts een beperkt deel van het terrein van de
tuinderij. De uit deze bepaling voortvloeiende beperking
behoeft naar onze mening voor een eventueel nieuw op te
starten bedrijf dan ook geen overwegend bezwaar te zijn,
mede omdat bij een aangepaste bedrijfsvoering van de ge
stelde afstand kan worden afgeweken.
3