55
5. Overwegingen en advies van de commissie.
Naar aanleiding van de stukken en hetgeen op de hoorzitting naar voren is gebracht,
heeft de commissie het navolgende overwogen.
Ingevolge het bepaalde in artikel 25, eerste lid, sub b van de Woningwet kunnen
Burgemeester en Wethouders wegens strijd met de bouwverordening of krachtens
deze verordening gestelde regels en eisen, de eigenaar of andere rechthebbende op
een woning, aanschrijven tot het treffen van voorzieningen aan die woning indien
deze woning noodzakelijke verbetering behoeft.
Artikel 25, vierde lid bepaalt dat degene tot wie de aanschrijving is gericht, alsmede
zijn rechtsopvolger, verplicht is aan de aanschrijving te voldoen.
De betreffende woning maakt deel uit van een complexmatige verbetering van 50
woningen. Het gaat hier om het opheffen van achterstallig onderhoud.
Indien men niet op vrijwillige basis meewerkt aan het project, dient de weg van de
woningwet te worden gevolgd. In de aanschrijving zijn de gebreken opgesomd, die
dienen te worden verholpen. Deze gebreken zijn niet het gevolg van de brand, maar
van het niet voldoende onderhouden van het pand.
Bij de aanschrijving is het niet van belang of de eigenaar het pand bewoont, of op
een andere wijze geen binding (meer) met de woning heeft. De woningwet heeft heel
duidelijk de eigenaar de verplichting tot het treffen van de voorzieningen opgelegd.
De in de aanschrijving opgesomde punten, komen de commissie niet onredelijk voor;
appellant heeft op de hoorzitting meegedeeld met enkele punten in te stemmen. De
commissie overweegt, de belangen van appellant afwegend tegen het belang van de
gemeente bij een goed onderhouden staat van woningen en daarmee het voorkomen
van ontsiering van het stadsbeeld, dat zij geen aanleiding ziet om de aanschrijving te
herzien.
De commissie adviseert u het beroepschrift ongegrond te verklaren.
Voorzitter,
(drs. A.A.J.S. van de Gevel)
Secretaris,
Visser)
Nr.
23802
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen de brief van de heer R. Nijboer d.d. 1 oktober
1992, waarin ingevolge de Woningwet een beroepschrift werd
ingediend tegen de beslissing van Burgemeester en Wethou
ders van 30 september 1992, waarbij hij werd aangeschreven
tot het treffen van voorzieningen aan het pand Cambuur-
straat 31 alhier;
overwegende dat het beroepschrift ingevolge artikel 2 van
de Procedureverordening raadsadviescommissie voor de be
roep- en bezwaarschriften om advies in handen is gesteld
van de raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaar
schriften;
dat de commissie in haar advies van 17 november 1992
bijlagenr9 hem adviseert het beroepschrift ongegrond
te verklaren;
dat hij zich met de overwegingen en het advies van de
commissie kan verenigen;
gelet op de Woningwet en de Procedureverordening raadsad
viescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften;
BESLUIT:
het beroepschrift van de heer R. Nijboer ongegrond te ver
klaren.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
Voorzitter.
Secretaris.