Nummer 3362 /DK DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 11 maart 1993 (bijlage nr. 61); BESLUIT: I. De Bezoldigingsverordening 1960 als volgt te wijzigen: A. Ingevoerd wordt een nieuw artikel 18 b, luidende: Lid 1. Aan de ambtenaar, wiens bezoldiging als gevolg van het bui ten zijn toedoen beëindigen of verminderen van de toelage als bedoeld in artikel 18 a een blijvende verlaging onder gaat, kennen Burgemeester en Wethouders een aflopende toe lage toe, indien: a. die blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van de som van het salaris en de toelage en b. de ambtenaar de toelage direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering gedurende ten minste twee jaren zonder wezenlijke onder breking heeft genoten. De toelage loopt af in drie jaar, waarbij in het eerste jaar 75% van de toelage wordt toegekend, in het tweede jaar 50% en in het derde jaar 25%. Lid 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt voor de ambtenaar van 55 jaar of ouder, wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminde ren van de toelage als bedoeld in artikel 18 a een blijven de verlaging zou ondergaan, de toelage gehandhaafd, indien hij de toelage direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering gedurende ten minste tien jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft ge noten Lid 3. De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wan neer de ambtenaar de leeftijd van 55 jaar bereikt en hij, onmiddellijk voor de aanvang van de aflopende toelage, ge durende ten minste tien jaren zonder wezenlijke onderbre king de toelage als bedoeld in artikel 18 a heeft genoten, over in een blijvende toelage, gelijk aan het laatstelijk toegepaste percentage als bedoeld in het eerste lid. 1

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 174