F. Artikel 10, tweede lid, wordt als volgt gelezen: "Een vergadering kan slechts plaatshebben, indien ten min ste de voorzitter van de commissie aanwezig is en de helft van de organisaties is vertegenwoordigd." G. Artikel 12, derde lid, wordt als volgt gelezen: "De vertegenwoordigers van de organisaties zijn bevoegd de onderwerpen van de agenda binnen de grenzen van een doel matige en vertrouwelijke behandeling van zaken aan voorbespreking in eigen kring te onderwerpen." H. Ingevoerd wordt een nieuw hoofdstuk III, Geschillenregeling, met de artikelen 17 t/m 23. Artikel 17 luidt als volgt: "Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a. deelnemers aan het overleg: de vertegenwoordigers van het gemeentebestuur en de vertegenwoordigers van de or ganisaties; b. advies- en arbitragecommissie: de advies- en arbitrage commissie ingesteld door het College van Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten." Artikel 18 luidt als volgt: "De artikelen 19 t/m 23 zijn slechts van toepassing op ge schillen inzake aangelegenheden als bedoeld in artikel 5, eerste lid, voor zover die aangelegenheden uitsluitend de rechtstoestand van ambtenaren betreffen, met inbegrip van de algemene regels, volgens welke het personeelsbeleid zal worden gevoerd." Artikel 19 luidt als volgt: "Indien een of meer van de deelnemers aan het overleg tij dens het overleg tot het oordeel komen, dat dit overleg niet zal leiden tot een uitkomst die de instemming van alle deelnemers zal hebben, brengen zij dat oordeel binnen zes dagen, nadat zij daarvan in het overleg blijk hebben gege ven, schriftelijk ter kennis van de overige deelnemers aan het overleg. Artikel 20 luidt als volgt: "1. Binnen tien dagen na de kennisgeving in het vorige artikel schrijft de voorzitter een vergadering van de commissie uit. De vergadering moet worden gehouden binnen zeven dagen, nadat zij is uitgeschreven. 2. Tenzij de commissie besluit het overleg voort te zetten dan wel te beëindigen, wordt in de vergadering nagegaan of overeenstemming bestaat over de vraag wat het onder werp en de inhoud van het geschil is en of een oplos sing van dat geschil zal worden gezocht door middel van voortzetting van het overleg, nadat het advies is in gewonnen van de advies- en arbitragecommissie, danwel 2 door onderwerping van het geschil aan een arbitrale uitspraak van die commissie. 3. Tot het inwinnen van advies zijn - ieder voor zich zelf - de vertegenwoordiging van het gemeentebestuur en de vertegenwoordiging van de organisaties bevoegd. Het bepaalde in artikel 14 is hierbij onverkort van toe passing 4. Voor onderwerping van het geschil aan arbitrage is overeenstemming vereist tussen alle deelnemers aan het overleg. Artikel 21 luidt als volgt: "1. Binnen zes dagen na de vergadering als bedoeld in arti kel 20 wordt het verzoek om advies ter kennis gebracht van de voorzitter van de advies- en arbitragecommissie. Het verzoek wordt ondertekend door de deelnemers aan het overleg die zich voor inwinning van het advies heb ben uitgesproken en bevat tenminste het onderwerp en de inhoud van het geschil. Indien in de vergadering als bedoeld in artikel 20 geen overeenstemming is bereikt tussen alle deelnemers aan het overleg over de vraag wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is, brengen de overige deelnemers aan het overleg hun visie op het onderwerp en de inhoud van het geschil eveneens binnen zes dagen na eerdergenoemde vergadering ter kennis van de voorzitter van de advies- en arbitrage commissie. 2. Binnen zes dagen na de vergadering bedoeld in artikel 20 wordt het verzoek om arbitrage ter kennis gebracht van de voorzitter van de advies- en arbitragecommissie. Het verzoek daartoe wordt ondertekend door alle deelne mers aan het overleg en dient ten minste te bevatten: a. het onderwerp en de inhoud van het geschil; b. de standpunten van alle deelnemers aan het overleg omtrent onderwerp en inhoud van het geschil." Artikel 22 luidt als volgt: "Binnen twee weken na ontvangst van het advies wordt het overleg over het geschil voortgezet." Artikel 23 luidt als volgt: "De arbitrale uitspraak van de advies- en arbitragecommis sie heeft bindende kracht." J. Hoofdstuk III-oud wordt vernummerd tot: hoofdstuk IV, en de artikelen 17 en 18-oud worden vernummerd tot: 24 en 25. Artikel 19-oud vervalt. Artikel 20-oud wordt vernummerd tot: 26, en wordt gelezen als volgt: "Deze verordening kan worden aangehaald als: Overlegveror- dening 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 179