B: De tekening nr. 501-106 (plankaart) dient meer gede
tailleerde informatie te verschaffen.
In maart 1989 heeft de Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer de publikatie
"Bestemmen met beleid" gepresenteerd, waarin de
bedoeling en mogelijkheden van de gewijzigde Wet op
de Ruimtelijke Ordening en het Besluit op de ruimte
lijke ordening 1985 ten aanzien van het bestemmings
plan worden uiteengezet. Een centraal thema van het
Bro is om het bestemmingsplan zélf flexibeler en
globaler te maken. Dit bestemmingsplan is opgezet
overeenkomstig de mogelijkheden, die de wet en het
besluit bieden. Wij zijn van mening, dat de voor
schriften - waarvan de "Beschrijving in hoofdlijnen"
deel uitmaakt - en de plankaart de rechtszekerheid
bieden, die redelijkerwijs van een bestemmingsplan,
dat voor tal van jaren de basis vormt voor het in dit
gebied te voeren ruimtelijk beleid, verlangd mag
worden.
Bij het verzoek om vrijstelling in verband met de
aanleg van de golfbaan behoort een tekening (schaal
1:2000) die nauwkeurig de voorgenomen activiteiten
weergeeft. Dit ontwerp is integraal overgenomen op
het door de heer Kuipers gememoreerde, en acceptabel
geachte, schetsontwerp RP-05 (aangepast 20.11.91).
C: Vrij uitzicht vanuit de woning Woelwijk 12 dient te
worden gegarandeerd
De Stichting Golfbaan Leeuwarden heeft onder andere
door middel van huisbezoeken alle wensen geïnventa
riseerd. Zij heeft toegezegd dat zij, voorzover
mogelijk, rekening zal houden met deze wensen.
Overigens merken wij op, dat aan een bestaand vrij
uitzicht in het algemeen in planologisch opzicht geen
blijvende rechten kunnen worden ontleend.
D: Gevaarlijke situaties op de golfbaan moeten worden
verholpen door aanpassingen aan de golfbaan. Hoge
hekken of netten die het uitzicht belemmeren moeten
worden uitgesloten.
Bij het ontwerp voor de eerste fase van de golfbaan
is rekening gehouden met de veiligheid van de omwo
nenden
Burgemeester en Wethouders kunnen (op grond van het
bestemmingsplan) bij het plaatsen van hekken en/of
netten nadere eisen stellen ten behoeve van de bewo-
ningssituatieDit betekent, dat in de afweging het
bewonersbelang zwaar meetelt en het bestemmingsplan
ook in dit opzicht voldoende rechtszekerheid biedt.
E: De aanleg van een voet- en!of fietspad langs de
oostzijde van de golfbaan dient te worden uitgeslo
ten.
Op de bij het verzoek om vrijstelling behorende
tekening is geen voetpad langs de oostzijde van de
golfbaan aangegeven.
6
Mocht er in de toekomst behoefte aan bestaan om de
inrichting te wijzigen, dan moet worden voldaan aan
de bepalingen in artikel 3, lid F van de voorschrif
ten en zullen Burgemeester en Wethouders, alvorens
zij akkoord gaan met een inrichtingsplan, alle belan
gen zorgvuldig in de beoordeling moeten betrekken. Op
dit moment achten wij het echter niet noodzakelijk
en/of wenselijk zeer gedetailleerde regelingen op te
nemen met betrekking tot de uitvoering.
F: Een waterrijke verbindingszone aan de noord-oostzijde
moet worden gegarandeerd.
Het moge duidelijk zijn, dat de waterpartijen, die
worden aangelegd, tot doel hebben om de recreatie
mogelijkheden te verruimen en het verblijf in het
Groene Stergebied te veraangenamen. Stilstaand water,
met insectenplagen als mogelijk gevolg, passen niet
in deze visie. De waterpartijen grenzend aan Woelwijk
krijgen daarom zowel aan de noordzijde als aan de
zuidzijde verbinding met de overige waterpartijen.
G: Geluidsoverlast in verband met het veelvuldig uit te
voeren maaiwerk ten behoeve van de golfbaan moet
worden voorkomen.
Voor dit aspect verwijzen wij naar de reeds genoemde
brief van de Golfclub "De Groene Ster" van 13 decem
ber 1991.
- de heer J.H.R. Feitsma
De heer Feitsma heeft de brief van de heer Kuipers ge
hecht aan het door hem ingediende bezwaarschrift en
aangegeven dat hij de inhoud van deze brief geheel onder
schrijft
Voor de beantwoording van het bezwaarschrift van de heer
Feitsma verwijzen wij naar ons commentaar op de brief van
de heer Kuipers.
- mevrouw drs. M. R. de Boer
Het bezwaarschrift van mevrouw De Boer heeft vooral
betrekking op het globale karakter van het bestemmings
plan en spitst zich toe op een vijftal onderdelen. De
bezwaren zijn genummerd van 1 tot en met 5.
1. In het bestemmingsplan moet, met name voor het Basti
oneiland, worden opgenomen voor welke horecadoelein-
den wel respectievelijk geen vestigingsvergunning
wordt afgegeven.
Het in artikel 4 (Recreatieve doeleinden), lid 2
(Inrichting), sub e gebezigde begrip "horeca", is
nauwkeurig omschreven in artikel 1 (Begripsbepalin
gen) onder r. De begripsomschrijving "horecabedrijf"
biedt geen ruimte voor discotheken en dergelijke.
2. In het bestemmingsplan dient vastgelegd te worden
waar wel en waar niet gebouwd mag worden.
Voor de beantwoording van dit bezwaar verwijzen wij
primair naar het commentaar op het bezwaar van de
heer Kuipers (bezwaar B).
7