- N.V. Nederlandse Spoorwegen De Nederlandse Spoorwegen verzoekt op enigerlei wijze de extra benodigde ruimte ten behoeve van de verdubbeling van de spoorbaan, in het bestemmingsplan op te nemen. Het aan de orde zijnde bestemmingsplan beperkt zich tot het grondgebied van de gemeente Leeuwarden. De gemeentegrens is bepaald door de huidige begrenzing van de eigendommen van de Nederlandse Spoorwegen. Deze grens ligt globaal op de bovenkant talud van de noordelijke bermsloot De verdubbeling van het spoor zal aan de zuidkant (op het grondgebied van de gemeente Tytsjerksteradiel plaatsvinden. Het extra ruimtebeslag aan de noordzijde (op het grondgebied van de gemeente Leeuwarden) zal, zoals dat op de door de Nederlandse Spoorwegen bijgevoegde tekeningen (open eind layout) is aangegeven, maximaal variëren van 0 tot 3 m. Omdat het hier geringe correcties van de bermsloot betreft, het bestemmingsplan zich op geen enkele wijze tegen dergelijke aanpassingen van de aanwezige sloten verzet en het globale karakter van het bestemmingsplan (schaal 1:5000) zich niet leent voor dergelijke nuanceringen (de strook zou op de plankaart maximaal een breedte krijgen van 0,6 mm) stellen wij u voor niet aan het verzoek te voldoen om de voorschriften en plankaart uit te breiden met een bestemming "Spoorwegdoeleinden". De voorschriften bevatten een regime van "nadere eisen" (artikel 4, lid 5). Deze regels geven Burgemeester en Wethouders onder andere de bevoegdheid nadere eisen te stellen ten behoeve van de (verkeers)veiligheid. Wij achten het niet noodzakelijk om, naast deze regels, een regelgeving betreffende een bebouwingsvrije zone op te nemen Gelet op het vorenstaande, zijn wij van mening, dat de familie Grendel in haar bezwaren niet ontvankelijk moet worden verklaard. De overige bezwaren (voorzover gericht tegen het ontwerp-bestemmingsplan) achten wij gegrond (hetgeen deels zal leiden tot aanpassing van het bestemmingsplan) respectievelijk ongegrond, zoals hiervoor is aangegeven. In dit verband merken wij volledigheidshalve op, dat - nadat Gedeputeerde Staten van Friesland een verklaring van geen bezwaar hadden afgegeven - wij op 12 februari 1992 op grond van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening hebben besloten aan de Stichting Golfbaan Leeuwarden vrijstelling te verlenen van het bestemmingsplan voor het buitengebied, gemeente Tietjerksteradeelvoor het aanleggen van een golfbaan (eerste fase) ten oosten en ten zuidoosten van het bestaande recreatiegebied. De bezwaren die tegen dit plan waren ingediend, hebben wij ongegrond verklaard (Gedeputeerde Staten delen deze zienswijze). 16 Het MER. Het MER beschrijft de milieu-effecten in het kader van het bestemmingsplan, met als doel als wegingsfactor te fungeren voor de na te streven planologische ontwikkeling. Het MER kent een eigen specifieke procedure, die evenwel aan die van het bestemmingsplan moet worden gekoppeld. Het MER is opgesteld aan de hand van de hiervoor bedoelde richtlijnen, op basis van bestaande en beschikbare gegevens De opbouw van het MER is alsvolgt: Hoofdstuk: Samenvatting 1. inleiding; 2. probleemstelling met betrekking tot de huidige situatie en doel van de voorgenomen activiteit; 3. te nemen en eerder genomen besluiten en bestaand beleid voorzover relevant met betrekking tot de voorgenomen activiteit 4. beschrijving van de voorgenomen activiteit en de alternatieven die hiervoor mogelijk zijn; 5. de bestaande toestand van het milieu en autonome ontwikkelingen daarin; 6. de gevolgen voor het milieu, ontstaan door de aanleg, het gebruik en het beheer van (de uitbreiding van) het openluchtrecreatieterrein; 7. een vergelijking van de effecten en beschrijving van het meest milieuvriendelijke alternatief; 8. overzicht van de leemten in kennis en informatie. De voorgenomen activiteit is gefundeerd op het "Evaluatie onderzoek gebruik en beheer van De Groene Ster". De voorgenomen activiteit wordt gerealiseerd op een oppervlakte van ca. 170 ha. Er zullen drie deelactiviteiten worden uitgevoerd: de aanleg van waterpartijen, eilanden en oevers (65 ha); de aanleg van een 18-holes golfbaan (70 ha); de aanleg van een bos- en natuurwandelgebied (35 ha). De waterpartijen zullen worden aangelegd na ontgraving van de huidige bovengrond en zand (in totaal ca. 5,5 miljoen m3 Een deel van de bovengrond zal in depots op het terrein worden gebracht. Hierop zal bos- en natuurwandelgebied worden aangelegd. Voorts wordt een deel gebruikt voor ophogingen ten behoeve van de aanleg van een eiland, stranden en deelgebieden van de golfbaan. Met name bij het bos- en natuurwandelgebied, maar ook bij de waterpartijen en de golfbaan zal er sprake zijn van natuurontwikkeling. Bij de natuurontwikkeling wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de bestaande toestand van bodem, grondwater en oppervlaktewater en de potenties van het gebied. 17

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 212