In het MER is een aantal alternatieven met betrekking tot
de toekomstige ontwikkelingen in het plangebied tegen
elkaar afgewogen. Tot deze alternatieven behoren de zgn.
voorgenomen activiteit (kort gezegd het door de gemeente
voorgestane ontwikkelingsmodel) en het meest
milieuvriendelijke alternatief. Als gevolg van de
voorgenomen activiteit treden effecten op het milieu op.
Uit het MER blijkt dat de effecten naar de omgeving beperkt
van omvang zullen zijn. Er is geen sprake van sterk
negatieve of sterk positieve effecten van de voorgenomen
activiteit en de alternatieven. Dit betekent dat in het
meest milieuvriendelijke alternatief aspecten kunnen worden
genoemd die slechts in geringe mate bijdragen aan een
verbetering ten opzichte van de beschreven activiteit en
alternatieven.
In de gegevens, zoals die zijn voortgekomen uit de milieu
effectrapportage, is voorts geen aanleiding gevonden om
inrichtingsalternatieven te onderscheiden met een
veranderde ligging van golfbaan, waterpartijen en bos- en
natuurwandelgebied
Er is derhalve geen reden om de gemeentelijke
uitgangspunten met betrekking tot de toekomstige
planontwikkeling, zoals deze in het thans voorliggende plan
zijn opgenomen, te herzien c.q. aan te passen.
Eind 1991 heeft het definitieve MER tegelijkertijd met het
ontwerp-bestemmingsplan en het verzoek om vrijstelling van
de Stichting Golfbaan Leeuwarden ter inzage gelegen. Voorts
is op 9 december 1991 een openbare zitting gehouden. Er is
een beperkt aantal schriftelijke reacties ingediend,
terwijl voorts de nodige opmerkingen zijn gemaakt en vragen
zijn gesteld tijdens de openbare zitting (die direct zoveel
mogelijk zijn beantwoord). Zowel van de schriftelijke
reacties als van het verslag van de openbare zitting is een
exemplaar gestuurd naar de Commissie voor de milieu
effectrapportage en de wettelijke adviseurs. De Cmer heeft
de opmerkingen die schriftelijk werden ingebracht, alsook
het verslag van de openbare zitting, in beschouwing
genomen. Voorzover deze reacties (zie bijlage 4 van het
toetsingsadvies) betrekking hadden op milieu-aspecten van
de activiteit, zijn zij in het toetsingsadvies verwerkt.
Wat betreft het MER zijn onder andere opmerkingen gemaakt
door het waterschap "De walden"Ten aanzien hiervan merken
wij op, dat in hoofdstuk 6.4 (Grondwater) inderdaad
bepaalde varianten door elkaar zijn gehaald. In de hierna
te noemen notitie "Aanvullingen en wijzigingen op het MER
"Groene Ster" te Leeuwarden" is dit gecorrigeerd. Met de
tweede opmerking van het waterschap betreffende de gevolgen
van het instellen van het boezempeil in de te graven
westelijke plassen, zal zoveel mogelijk rekening worden
gehouden. De schriftelijke reacties ten aanzien van het MER
stemmen voor een belangrijk deel overeen met de opmerkingen
en vragen die naar voren zijn gekomen tijdens de openbare
zitting en in dat verband reeds zoveel mogelijk zijn
beantwoord
18
In het kader van de m.er-procedure is het MER toegezonden
aan de Cmer en aan de wettelijke adviseurs, te weten onder
andere de Regionaal Inspecteur van de Volksgezondheid en de
Directeur Landbouw, Natuur en Openluchtrecreatie.
Op 13 januari 1992 heeft de Cmer een concept-
toetsingsadvies uitgebracht over de inhoud van het
ingediende MER. Naar het oordeel van de commissie waren
enkele cruciale onderdelen van de richtlijnen onvoldoende
uitgewerkt. Het betrof met name de onderdelen die
betrekking hadden op de beschrijving van de
geohydrologische situatie in het gebied, de ontwikkeling
van alternatieven en de informatie over zandwinning en
depotvorming. Een en ander was voor ons college aanleiding
om aan de Cmer te verzoeken het uitbrengen van een
definitief toetsingsadvies over dit MER op te schorten.
Na kennis te hebben genomen van de punten van kritiek van
de Cmer is op 14 maart 1992 schriftelijk commentaar
geleverd, waarin wordt gesteld dat het concept-
toetsingsadvies heeft geleid tot heroverweging van een
aantal onderdelen van de voorgenomen activiteiten.
In deze voorgenomen activiteiten zijn wijzigingen
doorgevoerd.
De wijzigingen betreffen:
de aanleg van diepe waterpartijen (ontgravingen en
depots
de aanleg van de waterpartijen in de golfbaan;
de watersuppletie van de Merriedobbe.
Tevens is aanvullend commentaar geleverd dat betrekking
heeft op de effecten van de doorgevoerde wijzigingen. Een
en ander is weergegeven in de notitie "Aanvullingen en
wijzigingen op het MER "Groene Ster" Leeuwarden", die voor
u bij de stukken ter inzage ligt.
Daarnaast is een inschatting gegeven van de
realiseringskansen van de verschillende natuurdoeltypen op
basis van de verwachte milieu-omstandigheden en de
gevoeligheid van de natuurdoeltypen daarvoor.
Met de doorgevoerde wijzigingen en uitputtende beschrijving
van de effecten en aanvullingen is naar onze mening
verregaand tegemoet gekomen aan de opmerkingen van de Cmer.
Daartoe verzocht door ons college, heeft de Cmer op 27
april 1992 het definitieve toetsingsadvies over de inhoud
van het MER uitgebracht. De Cmer diende te beoordelen of
het MER voldoende informatie bevat om het milieubelang bij
de herziening van de bestemmingsplannen een volwaardige rol
mee te laten spelen, naast bijvoorbeeld recreatieve en
economische belangen. De conclusie van de Cmer was, dat
ondanks een aantal tekortkomingen, het MER samen met de
aanvullingen een voldoende basis biedt voor besluitvorming.
19