Onder vermelding dat de commissie Economische en Sociale zaken in haar vergadering van 1 maart 1993 heeft geadviseerd in te stemmen met ons voorstel, stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd concept-besluit. Leeuwarden, 11 maart 1993 Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden. mr. G.J.te Loo Burgemeester. mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris. 4 Nummer 102 DE RAAD DER GEMEENTELEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 11 maart 1993 (bijlage nr. 77); BESLUIT: A. de verordening Gemeentelijk Fonds Maatschappelijke Activiteiten Leeuwarden, in werking getreden op 1 mei 1989, te wijzigen als volgt: I. Artikel 3 lid 1 sub b komt te luiden: gedurende 12 maanden voorafgaande aan de maand waarin een aanvraag voor een tegemoetkoming uit het fonds is ingediend, een uitkering ontvangt op grond van de Algemene Bijstandswet ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan dan wel uit andere hoofde een inkomen ontvangt dat op maand- basis niet meer bedraagt dan 105% van de ingevolge artikel 3 tot en met 6 c.q. artikel 13 en 15 van het Bijstandsbesluit landelijke normering geldende bijstandsnorm voor het huishouden waartoe de belanghebbende behoort. II. Artikel 3 lid 2 wordt aangevuld met: d. studiefinanciering ontvangt met toepassing van hoofdstuk II van de Wet op de studiefinanciering: e. beschikt over een vermogen dat meer bedraagt dan het bedrag dat overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 en 8a c.q. artikel 18 van het Bijstandsbesluit landelijke normering in het kader van de bijstandsverlening buiten beschouwing kan worden gela ten. III. Artikel 4 sub c komt te luiden: de kosten van eerste aanschaf van een uitrusting, specifiek benodigde kleding en materiaalkosten in verband met de deelname aan activiteiten op sociaal-cultureel, cultureel en sportgebied. IV. Artikel 5 lid 1 komt te luiden: De hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van de individuele behoefte van de belanghebbende doch bedraagt niet meer dan 100 en ten hoogste f 100,-- per belanghebbende en/of per persoon, die behoort tot het huishouden van de belanghebbende, de belanghebbende zelf als zodanig meegerekend en uitgezonderd de personen die studie-financiering ontvangen met toepassing van hoofdstuk II van de Wet op de studiefinan ciering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 222