1
afgifte van de gevraagde garantstelling, zijn wij van
mening dat het aanbeveling verdient hiertoe over te gaan.
Onder mededeling, dat de commissie Middelen over dit voor
stel schriftelijk is geraadpleegd en u adviseert de door de
P.C.B.L. gevraagde garantstelling te verlenen, stellen wij
u voor te besluiten overeenkomstig het hierbij gevoegde
ontwerpbesluit
Leeuwarden, 11 maart 1993.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mw.ir. J.A. Lantermans Secretaris.
Nr. 4289
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
11 maart 1993 (bijlage nr. 83);
gezien het verzoek van de Stichting Protestants Chris
telijke Bejaardenverzorging Leeuwarden, gevestigd te Leeu
warden, om gemeentegarantie inzake de correcte betaling van
rente en aflossing van een vaste geldlening groot
f 4.749.000,--, aan te gaan voor de herfinanciering van de
restant-schuld van een door de gemeente bij besluit van
7 juni 1982, nr. 7475 gegarandeerde, thans buitengewoon af
te lossen, kapitaalmarktlening ten behoeve van de financie
ring van stichtingskosten van dependance bij het verzor
gingstehuis "Swettehiem" te Leeuwarden;
gelet op de artikelen 170 en 228 van de Gemeentewet;
BESLUIT:
I. zich ten behoeve van de vennootschap N.V. Bank Neder-
landsche Gemeenten, gevestigd te s-Gravenhageonder
afstanddoening van de voorrechten van uitwinning en
schuldsplitsing en van alle andere voorrechten en
excepties bij de wet aan borgen toegekend of nog toe
te kennen, speciaal de voorrechten, welke zij te harer
bevrijding zou kunnen ontlenen aan het bepaalde in de
artikelen 6:139, 6:154 en 7:856 van het Burgerlijk
Wetboek, borg te stellen voor de richtige nakoming van
alle verplichtingen van de Stichting Protestants
Christelijke Bejaardenverzorging Leeuwarden, gevestigd
te Leeuwarden, voortvloeiende uit de overeenkomst
welke door de geldnemer ten behoeve van herfinancie
ring, met voornoemde geldgever terzake van een geldle
ning groot f 4.749.000,-- zal worden gesloten en
verder onder de voorwaarden welke in de van de over
eenkomst van geldlening op te maken akte zullen worden
overeengekomen, als onder meer: