De stichting stelt dat de Raad geen deugdelijke motivering heeft gegeven over de vraag waarom de door de Stichting PMZW uitgevoerde projecten niet meer passen in het nieuwe voorgestane beleid van het leveren van maatwerk bij 'het zoveel mogelijk werkzoekenden naar bestaande arbeid leiden' Een schriftelijke toelichting van de stichting dat met name projecten als Pro-F en 'Vrijwilligers Vacature Bank' wel in het nieuwe beleid passen, is niet bij de besluitvorming betrokken. Ook zou er geen zorgvuldig onderzoek hebben plaatsgevonden naar de werkelijke realiseerbaarheid van de streefdoelen Het besluit is in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel omdat, terwijl het nog onduidelijk is hoe de nieuwe organisatie vorm moet krijgen, de geoormerkte budgetten zijn vastgesteld. Ook nu het budget voor 1993 is verdeeld, is er nog geen duidelijkheid gegeven over de toekomst van de werksoort. Het subsidie wordt verstrekt tot 1 oktober 1993. De betrokken organisaties kunnen geen bijdrage leveren aan de planvorming De onzorgvuldigheid in de besluitvorming wordt volgens de stichting ook bevestigd in de brief van de wethouder, waarin wordt meegedeeld dat een extern adviseur wordt aangetrokken. De personele consequenties zijn pas duidelijk als de nieuwe organisatie gestalte heeft gekregen. Een sociaal plan is nog niet opgesteld en van toegevoegd flankerend beleid is geen sprake Het is maar de vraag of de gevolgen van het verlies van 1,5 formatieplaats zou moeten worden opgevangen door de Stichting PMZW, gelet op het door arbeidsvoorzieningen gehanteerde anciënniteitsbeginsel De stichting is van mening dat de in de beschikking genoemde projecten onderdeel moeten zijn van het onderzoek dat momenteel wordt gehouden. De bij de herstructurering betrokken instellingen dragen een eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van het realiseren van hun statutaire doelstelling. De keuze voor de organisatiestructuur en de activiteiten, is ten principale een keuze van de instelling zelf. De overheid heeft haar eigen verantwoordelijkheid bij het stellen van prioriteiten, maar het kan niet zo zijn dat een door de overheid gewenst integratieproces wordt afgedwongen door een ingrijpende beëindiging van de subsidie-relatie, c.q. door misbruik van het subsidie-instrument en het daarbij buiten spel zetten van het particuliere initiatief. 2 III. REACTIE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Bij schrijven van 16 februari 1993 heeft de Dienst Sociale en Economische Zaken op de inhoud van het bezwaarschrift gerea geerd. In de reactie wordt eerst uitvoerig beschreven hoe de procedure tot het vaststellen van het bestreden raadsbesluit is geweest. De procedure is begonnen met de vaststelling van de Nota Scholing en Werkgelegenheid op 24 juni 1991. In deze nota werd het gevoerde beleid geactualiseerd en de doelstellingen aangescherpt. Voor de werksoort Projecten Mensen Zonder Werk betekende dit dat de projecten voor een eventuele subsidiëring werden beoordeeld op de aangescherpte doelstellingen en derhalve zoveel mogelijk dienden aan te sluiten bij de arbeidsmarkt, - waar mogelijk met een baangarantie voor de deelnemers. In het Beleidsplan 1992-1995 werd bepaald dat door de accentverschuiving van het beleid en de verlaging van de rijksbijdrage en de taakstelling in het kader van de Her waardering 1989-1993 een aantal activiteiten moesten worden beëindigd of elders worden ondergebracht. Daarnaast was wel een uitbreiding mogelijk van nieuw beleid in de vorm van de banenpool en de Jeugdwerkgarantiewet Bij de plannen is ook de stichting betrokken en werd voor gesteld de projecten te richten op de toeleiding naar de reguliere arbeidsmarkt en de additionele werkgelegenheids- pro jekten. Naast de taakstelling van f 100.000,diende in het kader van de herwaarderingsvoorstellen 1991-1995 nog een bedrag van f 450.000,te worden bezuinigd. In de notitie herstructurering PMZW worden voorstellen gedaan voor een effectieve en efficiënte uitvoering van projecten, alsmede de afstemming met de centrale doelstelling van het aktiverend arbeidsmarktbeleid. Vanuit het belang van de noodzakelijk geachte reorganisatie uit zowel het oogpunt van het gemeentelijk beleid als als uit financiëel en organi satorisch oogpunt, worden in de notitie per project afzonder lijke gemotiveerde voorstellen gedaan. De kaders voor de toekomstige werksoorten zijn vastgesteld, de geoormerkte budgetten zijn vastgesteld om concreet uitvoering te geven aan de herwaarderingstaakstellingen en besloten is tot het beëindigen van de gemeentelijke subsidie voor die projecten die niet langer passen binnen het gemeente lijk beleidskader. Hierbij is een overgangsperiode gesteld tot 1 oktober 1993 door het vaststellen van een tijdelijke subsidieregeling. Op deze manier is tijd gegeven de voorstellen uit te werken. Voorts is een extern adviseur aangesteld ter ondersteuning van het reorganisatieproces. Ten aanzien van het door de stichting gestelde dat de Gemeenteraad zijn bevoegdheid heeft gebruikt voor andere doelen dan waarvoor hij die heeft gekregen, wordt opgemerkt dat de gemeente instellingen ondersteunt door subsidie te verlenen. De regels hiervoor zijn neergelegd in de Algemene subsidieverordening. De Gemeenteraad heeft besloten tot het 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 242