Verhoging van de limiet voor het aangaan van onderhandse geld leningen. Bijlage nr. 96. Aan de Gemeenteraad. Op 7 december 1992 nam u het besluit ons te machtigen tot het aangaan van onderhandse geldleningen tot maximaal 40 miljoen gulden. Sinds december 1992 is de rentestand op de financiële markten aanzienlijk gedaald. De rente voor kapitaalmarktleningen beloopt op dit moment 6,5 tot 7,1 procent (afhankelijk van de gewenste leningsmodaliteiten). Deze lage percentages maken het aantrekkelijk een aantal hoog- rentende leningen vervroegd af te lossen en te herfinancieren met nieuwe en voordeliger onderhandse leningen. Het effect van de herfinanciering zal zijn dat de jaarlijkse rentelasten van de te herfinancieren leningen zullen teruglopen. De te her financieren schuldrestanten van vervroegd af te lossen leningen bedragen naar de huidige inzichten 45 miljoen gulden. De hoogte van de limiet in uw raambesluit van 7 december 1992 is daarvoor niet toereikend. Wij verzoeken u deze limiet te verhogen tot 85 miljoen gulden, teneinde de vervroegde aflos sing en de herfinanciering van hoogrentende leningen mogelijk te maken. Onder mededeling dat de Commissie Middelen om advies is gevraagd en deze commissie u in haar vergadering van 7 april 1993 geadviseerd heeft met ons voorstel akkoord te gaan, stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig het bijgevoegde ontwerp. Leeuwarden, 15 april 1993. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester mw.ir. J.A. Lantermans Secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 284