Brandbeveiligingsverordening 1993.
Hoofdstuk 1 Algemene bepaling
Artikel 11 Begripsomschrijving
Onder inrichting wordt verstaan een voor mensen toegankelijke ruimtelijk
begrensde plaats.
Artikel 1.2 Werkingssfeer
Deze verordening is niet van toepassing op bouwwerken als bedoeld in de
Woningwet en de bouwverordening.
Hoofdstuk 1 Algemene bepaling
Artikel 1 1 Begripsomschrijving
Onder inichting wordt verstaan een voor mensen toegankelijke ruimtelijk
berensde plaats.
Artikel 1.2 Werkingssfeer
Deze verordening is niet van toepassing op bouwwerken als bedoeld in de
Woningwet en de bouwverordening.
Hoofdstuk 2 Brandveilig gebruik
Paragraaf 1 Vergunning
Artikel 2.1.1 Vergunning gebruik inrichting
1 Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van
burgemeester en wethouders een inrichting in gebruik te hebben of te
houden, waarin:
a. meer dan vijftig personen tegelijk aanwezig zullen zijn;
b. bedrijfsmatig de in artikel 2.2.2 bedoelde stoffen zullen worden
opgeslagen;
c. aan meer dan tien personen bedrijfsmatig of in het kader van ver
zorging nachtverblijf zal worden verschaft;
d. aan personen in het kader van de Wet op de bejaardenoorden huis
vesting zal worden verschaft;
e. aan meer dan tien personen jonger dan twaalf jaar, of aan meer dan
tien lichamelijk en/of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf
zal worden verschaft.
2. Burgemeester en wethouders kunnen aan de vergunning voorschriften ver
binden in het belang van het voorkomen, beperken en bestrijden van
brand, het beperken van brandgevaar en het voorkomen en beperken van
ongevallen bij brand.
3. Indien het belang waarvoor de vergunning is verleend dit vereist op
grond van een verandering van de inzichten en/of verandering van de
omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen
van de vergunning, kunnen burgemeester en wethouders aan de vergunning
nieuwe voorschriften verbinden en gestelde voorschriften wijzigen of
intrekken