TOELICHTING BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING 1993 Algemeen De brandbeveiligingsverordening regelt het brandveilig gebruik van inrich tingen. De werkingssfeer is in artikel 12 van de Brandweerwet 1985 aangegeven: de brandbeveiligingsverordening is van toepassing voor zover in hetgeen zij regelt niet is voorzien bij of krachtens de Woningwet of enige andere wet. Bouwwerken zijn daaronder niet begrepen, omdat regeling van het brandveilig gebruik daarvan ingevolge de Woningwet 1991 verplicht in de bouwverordening is opgenomen. Als gevolg hiervan is de brandbeveiligingsverordening ingrij pend gewijzigd. De brandbeveiligingsverordening kan slechts regelen voor zover niet in de brandveiligheid is voorzien bij of krachtens het bepaalde in andere wette lijke regelingen. Rest derhalve thans die "voor mensen toegankelijke ruimtelijke begrensde plaatsen", die geen bouwwerk zijn (zie ook de toelichting op artikel 1). De verordening bevat geen voorschriften over het aanvragen, het voorberei den en het beslissen op een verzoek om een vergunning. Die onderwerpen zijn geregeld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) (Stb. 1992, 315). De Awb is door het parlement vastgesteld en zal naar verwachting op 1 januari 1994 in werking treden. Omdat de tekst van de Awb inmiddels vast ligt is het mogelijk de voorschriften uit de Awb nu reeds te gebruiken. De van belang zijnde artikelen zijn voor u ter inzage gelegd. Artikelsaewijze toelichting Artikel 1.2 Werkingssfeer De in artikel 1.1 bedoelde "voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaatsen" is een ruime omschrijving. Bouwwerken vallen daar niet onder, het gebruik hiervan vindt immers regeling in de bouwverordening. In dit verband ware te denken aan alle "bouwwerken" die op het water drij ven en los met de wal verbonden zijn, zoals hotelboten, opslagschepen en drijvende restaurants. Deze zijn namelijk volgens de jurisprudentie geen bouwwerken in de zin van de Woningwet 1991 en vallen derhalve niet onder de werking van het Bouwbesluit en de bouwverordening. Ook allerlei terreinen vallen onder het begrip inrichting, evenals feest)- tenten e.d. Artikel 2.1.1 Vergunning gebruik bouwwerk Burgemeester en wethouders kunnen aan de vergunning voorschriften verbin den, zoals voorschriften met betrekking tot: - Stoffering en versiering; - Uitgangen en vluchtwegen; - Installaties; - Standbouw, podia, kramen e.d. - Verbrandingsmotoren; - Verbod voor open vuur en vuurwerk; - Bewaking en controle; - Ventilatie en werkzaamheden; - Brandbare, brandbevorderende en bij brand gevaar opleverende stoffen; - Opstellingsplannen; - Afval; - Doorlopend toezicht; - Brandveiligheidsinstructie en ontruimingsplan uitgaande van de bestaande interne organisatie; - Het maximaal toelaatbare aantal personen in een ruimte van een inrichting of een inrichting met het oog op de brandveiligheid. 1

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 300