waarin een aantal normen wordt aangepast ten behoeve van het
hergebruik belang. Onderdelen van het besluit zijn op 1 januari
1993 van kracht geworden.
OPROEP TOT BOYCOT VAN SECUNDAIRE BOUWSTOFFEN
In haar brief van 7 april 1992 roept de Stichting Natuur en
Milieu, mede namens de Stichting Nederland Gifvrij, opdracht
gevers in de bouwsector op tot een boycot van het gebruik van
vervuilde bouwstoffen.
De Stichting Natuur en Milieu (SNM) vreest, dat op basis van de
huidige en toekomstige regelgeving de kans groot is, dat door
toepassing van vervuilde bouwstoffen de bodem en oppervlaktewa
ter/grondwater worden verontreinigd. Daarom vindt zij het nood
zakelijk dat grote opdrachtgevers in de bouw, zoals gemeenten,
zelf het goede voorbeeld geven en vervuilde bouwstoffen weren.
In het ontwerp-Bouwstoffenbesluit wordt vooral uitgegaan van
het uitlooggedrag (dus 'wat eruit kan komen'). De SNM vindt
echter dat naast het uitlooggedrag van de materialen ook naar
de samenstelling gekeken dient te worden omdat er aan het uit
looggedrag van een stof onzekerheden kleven. Bovendien wordt de
verspreiding volgens haar niet alleen bepaald door uitloging
maar ook door vergruizing en fragmentatie van bouwstoffen.
De actie van de SNM staat op gespannen voet met de stimulering
van hergebruik. De SNM stelt in haar brief dat de keuze niet
bestaat uit hergebruik dan wel storten, maar dat het gaat om
kwaliteitsverbetering van bouwstoffen door reiniging. Bovendien
wordt preventie bevorderd door hergebruik te boycotten.
Geschikte reinigingstechnieken zijn echter op dit moment niet
voorhanden, zodat ondersteuning van de oproep van de SNM het
feitelijke gevolg zal hebben, dat vooralsnog veel secundaire
bouwstoffen moeten worden gestort en men bij bouwprojecten ge
bruik moet maken van primaire bouwstoffen. Gebruik van primaire
bouwstoffen betekent o.a meer ontgrondingen, hetgeen vanuit
milieuhygiënisch oogpunt ook niet gewenst is. Dit laatste wordt
door de SNM onderkent, maar zij is van mening dat de oplossing
gezocht moet worden in het reinigen van vervuilde bouwstoffen
en zolang deze reinigingstechnieken nog niet operationeel zijn,
vindt SNM dat de vervuilde bouwstoffen tijdelijk opgeslagen
dienen te worden in afwachting van verwerking.
De oproep tot de boycot is verstuurd voordat duidelijk werd dat
het ontwerp-Bouwstoffenbesluit versoepeld zou worden. De
milieubeweging heeft deze versoepeling afgewezen en de oproep
tot de boycot blijft dan ook in verhevigde mate van kracht.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten is van mening dat ge
meenten er geen belang bij hebben om in te gaan op de oproep
van de Stichting Natuur en Milieu omdat verantwoord hergebruik
2
mm
een gemeentelijk belang is. Een boycot van secundaire bouwstof
fen kan volgens haar alleen averechtse effecten hebben voor
bijvoorbeeld het afvalstoffenbeleid.
Ook in onze gemeentelijke Milieunota wordt uitgegaan van zoveel
mogelijk hergebruik. Zo wordt bijvoorbeeld aangegeven dat on
derzocht dient te worden of licht verontreinigde grond benut
kan worden in werken als geluidswallen etc. Voorwaarde voor
hergebruik moet zijn dat door het hergebruik geen gevaar voor
de volksgezondheid en/of nadelige beïnvloeding van het milieu
mag ontstaan. Dit is in overeenstemming met het NMP-plus en
het, aangepaste, bouwstoffenbesluit. Ook in nieuw materiaal
zitten overigens veelal schadelijke stoffen (bijvoorbeeld
asfaltverf)
In zijn algemeenheid zijn wij van mening dat preventie vóór
hergebruik komt. Hergebruik van afvalstoffen dient echter
mogelijk te zijn. Hergebruik van de door de SNM genoemde
bouwstoffen is alleen dan acceptabel als het milieu hierdoor
niet nadelig wordt beïnvloedt. Het uitlooggedrag dient hierbij
van doorslaggevend belang te zijn. Wellicht betekent dit dat
een aantal van de door de SNM genoemde produkten niet zonder
meer toegepast kunnen worden. Zodra reinigingstechnieken opera
tioneel en milieuhygiënisch en financieel aanvaardbaar worden
dient dit standpunt heroverwogen te worden.
Deze raadsbrief is voorgelegd aan de overlegcommissie Milieu.
De opmerkingen die in deze commissie zijn gemaakt zijn in deze
raadsbrief verwerkt. De milieugroeperingen zijn van mening dat
preventie voor hergebruik dient te gaan en dat gewerkt dient te
worden volgens de drietrapsrakketpreventie, reiniging, herge
bruik. Wij zijn het hiermee eens. Alleen dient bij reiniging
wel afgewogen te worden of dit milieuhygiënisch en financieel
aanvaardbaar is.
Onder de mededeling dat de Commissie Milieu en Stadsbeheer in
haar op 3 maart 1993 gehouden vergadering heeft geadviseerd
met het bovenstaande in te stemmen, stellen wij u voor te
besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit
Leeuwarden, 15 april 1993.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mw.ir. J.A. Lantermans Secretaris.
3