2.2 De behandeling van de aanvraag artikel 6. De aanvragen worden in volgorde van binnenkomst behandeld. artikel 7. 1In de subsidieaanvraag dient de voorgenomen aktiviteit, alsmede het hiermee te bereiken doel te worden omschreven. De aanvraag dient tevens een deugdelijke financiële onder bouwing te bevatten. Indien de voorgenomen aktiviteit ook negatieve milieu-effecten met zich meebrengt of met zich mee kan brengen, dienen deze in de aanvraag te worden aangegeven. 2.De aanvraag dient tevens een beschrijving van het (in) directe milieu-effect, het uitstralingseffect en (indien van toepassing) van de beoogde gedragsverandering te bevatten. 3.In de aanvraag moet verder worden aangegeven, of de gevraagde subsidie betrekking heeft op de totale financiering van de betreffende aktiviteit dan wel op een gedeelte ervan. 3Subsidietoekenning 3.1. De toekenning artikel 8. 1Burgemeester en Wethouders besluiten over de toekenning van een subsidie. 2.Toekenning van subsidies kan alleen plaatsvinden binnen het door de Raad beschikbaar gestelde bedrag ten behoeve van initi atieven op het gebied van milieu 3.De aanvrager wordt uiterlijk vier weken na de besluitvorming over de aanvraag schriftelijk in kennis gesteld van de beslis sing. 3.2. Wijze van subsidiëring. artikel 9. l.Het subsidie bedraagt nooit meer dan het werkelijke tekort en bedraagt maximaal f 5000 2Burgemeester en Wethouders kunnen van het in het eerste lid gestelde maximum afwijken. artikel 10. l.De afwijzing van een aanvraag kan plaatsvinden, indien: a.de aanvraag niet voldoet aan de in artikel 7 gestelde eisen, dan wel indien de positieve milieu-effecten tengevolge van de voorgenomen aktiviteit naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders niet in die mate aanwezig zijn, dat hiervoor een subsidie zou moeten worden verleend; b.de voor de toekenning benodigde gelden ontbreken. 2Burgemeester en Wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in het eerste lid onder b van dit artikel 4. Voorschotten. artikel 11. Op verzoek van de aanvrager kan een voorschot op het toegekende subsidie worden verleend tot maximaal 80 van het toegekende bedrag 5. Vaststelling van het subsidie. artikel 12. l.De aanvrager dient binnen drie maanden na afloop van de aktiviteit de eindafrekening in te dienen bij Burgemeester en Wethouders 2In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en Wethouders afwijken van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde termijn. artikel 13. 1Burgemeester en Wethouders stellen zo spoedig mogelijk na ontvangst van de eindafrekening het definitieve subsidie vast. 2.De aanvrager wordt uiterlijk vier weken na vaststelling van het subsidie hiervan schriftelijk in kennis gesteld. 6.Slotbepaling. artikel 14. De subsidieverordening kan worden aangehaald als "subsidiever ordening initiatieven op het gebied van milieu".

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 326