II. RESULTAAT VAN HET OVERLEG OVER DE TOEKOMST VAN DE KUNST ZINNIGE VORMING IN LEEUWARDEN Uw verzoek om de mogelijkheden tot samenwerking op het gebied van de kunstzinnige vorming na te gaan, heeft er toe geleid dat de afdeling Samenlevingszaken en Cultuur op 4 maart 1993 een brainstorradag kunstzinnige vorming' heeft georganiseerd. Deze bijeenkomst was bedoeld om te komen tot een visie voor de toe komst inzake de kunstzinnige vorming in Leeuwarden. Voor de bijeenkomst waren naast medewerkers van de Dienst Welzijn vertegenwoordigers uitgenodigd van de Blauwe Stoep, het Gemeentelijk Muziekinstituut en de recentelijk opgerichte Stichting Kunst-werkplaats Vredeman de Vries. Deze laatste stichting beoogt de totstandkoming van een facilitair bedrijf voor de beeldende kunst in Leeuwarden met een tweeledig doel: allereerst wil de stichting een open werkplaats voor beeldende kunstenaars tot stand brengen. Verder wil de stichting een open podium zijn voor complementair kunstvakonderwijs. Aanleiding voor de oprichting van de stichting is het verdwijnen van de Avondopleiding Beeldend Kunstonderwijs van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (de voormalige ABK Vredeman de Vries). In haar brief d.d. 30 oktober 1992 ontvingen wij van de stichting haar nota 'Kunst-werkplaats Vredeman de Vries, een facilitair bedrijf voor de beeldende kunst in Leeuwarden' met het verzoek om ondersteuning van de initiatieven van de stichting. De stichting gaat in deze brief uit van het onder komen van de voormalige ABK-opleiding Vredeman de Vries en van de daar aanwezige apparatuur en outillage. Teneinde deze voor genoemde doeleinden te behouden heeft de stichting ons verzocht om bemiddeling bij aankoop van het gebouw alsook om financiële ondersteuning, te weten een eenmalige bijdrage van f 75.000, en een structurele bijdrage voor de periode van drie jaar ter hoogte van jaarlijks f 50.000, Vanuit het gezichtspunt dat er voor deze stichting gezamenlijke belangen zijn met de Blauwe Stoep, zowel voor wat betreft het behoud en het beheer van apparatuur als voor wat betreft over lappingen in doelgroepen, achten wij het wenselijk dat de Stichting Werkplaats Vredeman de Vries bij het onderzoek naar de mogelijke samenwerking of bundeling van instellingen op het gebied van de kunstzinnige vorming wordt betrokken. De directies van zowel de Blauwe Stoep als het GML hebben ingestemd met de deelname van de Stichting Werkplaats. Tijdens de bijeenkomst van 4 maart (waarvan een samenvattend verslag voor u ter inzage ligt) hebben de aanwezige partijen gediscussieerd over - de verantwoordelijkheden die de gemeente naar hun mening heeft op het terrein van de kunstzinnige vorming; welk aanbod op het gebied van de kunstzinnige vorming in Leeuwarden wenselijk is en welk aanbod noodzakelijk; welke activiteiten op het gebied van de kunstzinnige vor ming loonkostendekkend danwel activiteitenkostendekkend zijn te maken; 2 in welke kosten de gemeente dient te subsidiëren; de wijze waarop zowel in ruimtelijke als in organisatori sche zin het best vormgegeven kan worden aan het noodza kelijke/wenselijke aanbod; hoe dat doel het beste kan worden bereikt. Aan het einde van de dag hebben de betrokken partijen de intentie uitgesproken om met ingang van het schooljaar 1994/95 van start te gaan met één instituut voor de kunstzinnige vorming. Zij willen hiertoe een werkgroep samenstellen waarin alle betrokken instellingen participeren en die het proces naar één instituut voor de kunstzinnige vorming uitzet. Tevens is afgesproken op korte termijn een inventarisatie van de huisvestingsmogelijkheden, -eisen en -wensen in gang te zetten. De betrokkenen hebben te kennen gegeven huisvesting van een nieuw instituut onder één dak te beschouwen als de meest ideale situatie voor een optimale samenwerking en integratie van disciplines die bovendien voordelen kan hebben in de kostensfeer. Desalniettemin zien zij gezamenlijke huisvesting niet als een absolute voorwaarde voor samengaan. Ook zonder dat ene dak kan op belangrijke punten een waardevolle samenwerking tot stand komen. Momenteel worden de mogelijkheden tot gezamenlijke huisvesting onderzocht Hierbij merken wij nog op dat de vraagprijs van Domeinen en de slechte staat van onderhoud ons hebben doen afzien van de koop van het pand van de voormalige ABK Vredeman de Vries. Om dezelfde reden hebben wij het bestuur van de stichting afgeraden het genoemde pand aan te trekken. In overleg met het bestuur van de stichting en met Domeinen is geregeld dat de stichting thans wel gebruik kan maken van het bedoelde pand en dat de apparatuur er vooralsnog kan blijven staan. Bij het onderzoek naar de mogelijkheid tot gemeenschappelijke huis vesting wordt derhalve rekening gehouden met de verplaatsing van de apparatuur. In het beoogde instituut is het totaalaanbod van activiteiten kostendekkend. Dat wil zeggen dat, net zoals bij de Blauwe Stoep nu al globaal het geval is, de gemeente met name subsidieert in de huisvestingslasten en de overhead en dat de verdere exploitatie 'activiteitenkostendekkend' dient te zijn. Door alle activiteiten onder te brengen in één en hetzelfde instituut, kan de instelling met het aanbieden van goedlopende rendabele activiteiten de op zichzelf duurdere activiteiten enigszins compenseren, zodat ook die activiteiten betaalbaar blijven. Gelet op het feit dat de exploitatie van de Blauwe Stoep op dit moment al beter beantwoordt aan dit principe dan die van het GML, achten wij het van belang dat de exploitatie van het GML waar mogelijk eveneens op dit principe wordt geënt. 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 354