Artikel 5.
1. Burgemeester en Wethouders stellen, met inachtneming van artikel 4,
jaarlijks het aantal lesuren vast voor de opleidingen en cursussen.
2. Burgemeester en Wethouders brengen het aantal door de docenten te
geven lesuren ter kennis van de commissie.
Vakanties.
Artikel 6.
1. De vakanties vallen samen met de vakanties van de gemeentelijke
scholen voor het voortgezet onderwijs.
2. Burgemeester en Wethouders kunnen hiervan in bijzondere gevallen
afwijken.
Directie en personeel.
Artikel 7.
1. Aan het hoofd van het instituut staat een directeur titulair. Over de
benoeming van de directeur vindt overleg plaats met de inspecteurs en
wordt de commissie gehoord.
2. De directeur is belast met de dagelijkse leiding van het instituut,
met de regeling van het onderwijs en met de zorg voor de goede gang
van zaken op het instituut.
3. De directeur brengt aan Burgemeester en Wethouders verslag uit over
de zaken het instituut betreffende, welk verslag aan de commissie ter
kennis wordt gebracht.
Leerlingen.
Artikel 8.
1. Tot het instituut worden uitsluitend toegelaten leerlingen die staan
ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente Leeuwarden.
2. Leerlingen die niet staan ingeschreven in het bevolkingsregister van
de gemeente Leeuwarden kunnen worden toegelaten, indien de gemeente
Leeuwarden en de gemeente waar zij wel staan ingeschreven in het
bevolkingsregister een overeenkomst c.q. een gemeenschappelijke
regeling zijn aangegaan met betrekking tot de betaling van een
kostendekkende bijdrage in de exploitatielasten van het instituut.
3. Leerlingen die niet vallen onder het in het eerste en tweede lid van
dit artikel gestelde kunnen worden toegelaten, indien zij en de
gemeente Leeuwarden een overeenkomst zijn aangegaan met betrekking
tot de betaling van een kostendekkende bijdrage in de exploitatielas
ten van het instituut.
- 2 -
Artikel 9.
Leerlingen die zijn toegelaten, maar niet meer voldoen aan het gestelde in
artikel 8, eerste en tweede lid, worden in de gelegenheid gesteld het
lopende cursusjaar te voltooien.
Lesgeld.
Artikel 10.
1. Voor het volgen van een opleiding of cursus aan het instituut is
lesgeld verschuldigd.
2. Elke leerling die voor een opleiding of cursus is toegelaten betaalt
lesgeld. Is de leerling minderjarig, dan is (zijn) de ouder(s)/ver-
zorger(s) aansprakelijk voor het betalen van het lesgeld.
3. Voor leerlingen als bedoeld in artikel 8, derde lid, wordt onder
lesgeld verstaan: de kostendekkende bijdrage in de exploitatielasten
van het instituut. Het gestelde in de artikelen 15, 16 en 17 is op
hen niet van toepassing.
4. Het lesgeld wordt in rekening gesteld door middel van een nota.
Artikel 11.
Voor een leerling die in de loop van het cursusjaar wordt toegelaten wordt
het lesgeld teruggebracht tot zoveel twaalfde gedeelten als overeenkomt met
het nog in het cursusjaar resterende aantal hele kalendermaanden. Voor
opleidingen en cursussen die korter zijn dan een cursusjaar wordt het
lesgeld teruggebracht naar rato van het tijdsbestek dat hij later is
toegelaten.
Artikel 12.
Voor een leerling die is toegelaten en bij aanvang van de opleiding of
cursus wegblijft wordt het lesgeld teruggebracht conform het gestelde in
artikel 11, wanneer hij alsnog de opleiding of cursus wenst aan te vangen,
met dien verstande, dat het minimum te betalen lesgeld een vierde gedeelte
bedraagt
Genoemd minimum dient eveneens te worden betaald, indien hij gedurende het
hele cursusjaar c.q. de hele opleiding of cursus korter dan een cursusjaar
wegblij ft
Artikel 13.
Bij opzegging binnen een cursusjaar cq. opleiding of cursus korter dan een
cursusjaar, wordt het lesgeld teruggebracht met zoveel hele twaalfde
gedeelten als het cursusjaar nog duurt c.q. naar rato van het tijdsbestek,
dat eerder wordt opgehouden.