Uit onderzoek is gebleken dat de verkoop van woningwetwo
ningen een totaal andere doelgroep bedient dan de kopers
van een sociale koopwoning. Daarom wordt in 1994 rekening
gehouden met de bouw van 43 sociale koopwoningen, deels
gesitueerd binnen de rondweg, deels in de uitbreidingsloca
ties en de dorpen.
Woningve rbe t e r ing
De hoogniveaurenovaties voor de vooroorlogse huurwoningen
worden in het kader van de gerichte aanpak in de stadsver
nieuwing sterk gestimuleerd. De bedragen worden daartoe als
bijdrage-ineens uitgekeerd. Het aantal te verbeteren wonin
gen is voor dit jaar geraamd op 50. Het betreft hier in
grijpende verbeteringsplannen, waarvan de kosten ten minste
f 50.000,-- per woning bedragen.
Deze ondergrens ligt vast in het BWS. Het geraamde aantal
woningen is samengesteld uit 10 door woningcorporaties aan
te kopen particuliere woningen, 15 woningen in het kader
van het project Wonen boven Winkels en 25 particuliere
huurwoningen. Het aantal te verbeteren particuliere huurwo
ningen blijft hiermee enigszins achter bij de in de afgelo
pen jaren gerealiseerde aantallen. De reden hiervan is, dat
het BWS voorziet in een lagere bijdrage dan de vorige
verbeteringsregeling, wat een remmende werking heeft op de
planindiening
Voor de niet-ingrijpende vooroorlogse woningverbetering
stelt het rijk in het kader van het BWS geen middelen meer
beschikbaar. Wel wordt aan de gemeente voor deze categorie
woningen een budget toegedeeld via de stadsvernieuwings
middelen. Voor dit doel wordt de subsidieregeling toege
past, zoals die geldt voor de verbetering van door eigena
ren bewoonde woningen.
Kwalitatieve woningbehoefte
De nieuwbouw bedraagt qua omvang ten opzichte van het
totale woningbestand nog geen 1Z van de totale woningvoor
raad. De invloed van nieuwbouw dient dan ook niet overschat
te worden. In de toekomst zal steeds meer het werkterrein
van de gemeente komen te liggen op het terrein van het
beheer en het bevorderen van een betere woonruimteverdeling
over de inwoners van de gemeente. Nieuwbouw speelt hier
echter wel degelijk een rol in. Het bouwen van woningen kan
doorstroomketens op gang brengen, waardoor meerdere bevol
kingsgroepen een kans krijgen op een hun passende woning.
Alleen is dit niet altijd een nieuwe woning.
6
Als gevolg van het rijksbeleid, verwoord in de nota "Volks
huisvesting in de jaren negentig", de resultaten van eigen
onderzoek van de gemeente als "Kopen versus huren"het
"Doorstromingsonderzoek project Zonneweide", het onderzoek
"Verkoop woningwetwoningen" en het onderzoek "Wonen op
niveau" zal de nadruk voor de toekomstige nieuwbouwprojec
ten dan ook meer op de marktsector en dan met name de
koopsector (vrije sector met eenmalige bijdrage en ongesub
sidieerd) komen te liggen.
Dit houdt overigens niet in dat de bouw van woningen in de
andere sectoren (met name de Woningwet) niet meer zal
voorkomen. Uit de Centraal Woningzoekenden Registratie
blijkt, dat er een behoefte bestaat aan huurwoningen in of
direct nabij het centrum voor de leeftijdsklasse 18 tot 35-
jarigen voor één en twee persoonshuishoudens. Van rijkswege
heeft men echter voor de individuele huursubsidie bepaald,
dat jongeren met een leeftijd tot 23 jaar geen huursubsidie
kunnen krijgen bij een woning of wooneenheid met een huur
boven de f 450,--. Het vrijmaken van goedkope woonruimte
middels doorstroming kan deze groep toch onderdak bieden.
Het aanbieden van woningen in en rond het centrum met een
iets hogere huurprijs en meer comfort kan het meer kapi
taalkrachtige deel van de jongeren verleiden tot verhuizen.
Het succes van het gemeentelijke project Wonen boven Win
kels geeft dit eveneens aan. Verder blijkt in de praktijk
dat een locatie of de relatie met de zorgsector of met
voorzieningen ook bepalend kan zijn voor de keuze van de
categorie van woningen.
Als de gerealiseerde nieuwbouw van de afgelopen 4 jaar op
een rij gezet wordt dan blijkt dat:
de sociale huur en de sociale koop gemiddeld 46Z van de
bouwproduktie voor haar rekening nam,
de vrije sector ongesubsidieerd 32Z
de premiehuurprofit en de vrije sector met eenmalige
bijdrage 22Z
nieuwbouw
1989
1990
1991
1992
sociale huursector
297
N
<r
co
159
32Z
177
40Z
81
37Z
premie A-koop
107
12Z
82
16Z
23
5Z
12
5Z
premiehuurprofit
67
8Z
69
14Z
111
25Z
0
OZ
vrije sector
eenm. bijd.
72
8Z
26
5Z
42
9Z
48
22Z
niet gesubsid.
320
37Z
161
32Z
93
21Z
78
36Z
863
497
446
219
Bron: gegevens afdeling Bouwen voor CBS.
Er zijn 106 woonruimtes op een andere manier dan door nieuwbouw aan de woning
voorraad toegevoegd. Een gedeelte van het contingent in de sociale sector is hier
aan besteed. Doordat vanaf 1-1-92 dit niet meer geregistreerd hoeft te worden, is
het niet precies duidelijk hoe groot het aandeel gesubsidieerd en licht gesubsi
dieerd is.
7