Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening voor een terrein aan de Harlinger-
straatweg te Leeuwarden.
Bijlage nr. 139
Aan de Gemeenteraad.
De heer F. Langhout heeft in 1991 bij ons college een
aanvraag ingediend voor de bouw van een woning met kantoor
ruimte aan de Harlingerstraatweg
Het bouwplan week af van het ter plaatse geldende bestem
mingsplan "Uitbreidingsplan Bisschopsrak". Daarin is de
betreffende grond bestemd voor industrieterrein.
Dit betekende, dat de gevraagde vergunning wegens strijd
van het bouwplan met het bestemmingsplan geweigerd zou
moeten worden.
Reeds in 1988 hadden wij ons in principe bereid verklaard
medewerking te verlenen aan de bouw van een vrijstaande
woningdan wel twee woningen onder één kap op bedoeld
perceel. Teneinde aansluiting te verkrijgen bij het karak
ter van de bestaande villa's, hebben wij destijds eisen
gesteld aan de situering en de maatvoering van woningbouw
ter plaatse. Het ingediende bouwplan kwam in hoofdlijnen
overeen met die eisen. De Harlingerstraatweg is het ruimte
lijk bepalende element. Alle bebouwing daaraan is daar ook
naar gericht. Het ingediende bouwplan voegde zich daar ook
naar. Gelet op het vorenstaande, achtten wij voldoende
argumenten aanwezig om u voor te stellen door middel van
het nemen van een voorbereidingsbesluit medewerking aan het
bouwplan te verlenen. Op 17 februari 1992 hebt u conform
besloten.
De heer Langhout heeft door omstandigheden daarna zijn
aanvraag om bouwvergunning ingetrokken.
Onlangs heeft de heer Langhout opnieuw een bouwplan inge
diend, dat eveneens in hoofdzaak voldoet aan de gestelde
eisen, doch de werkingsduur van het voorbereidingsbesluit
is inmiddels verstreken.
Teneinde aan het nieuwe bouwplan medewerking te kunnen
verlenen, is het noodzakelijk dat voor het bouwperceel
opnieuw een voorbereidingsbesluit wordt genomen. Een derge
lijk besluit biedt de grondslag om vrijstelling te verlenen
van het geldende bestemmingsplan, overeenkomstig artikel 19
van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
1