g. bij het ter goedkeuring aanbieden van het plan aan Gedeputeerde Staten worden gelijktijdig de ingediende bezwaarschriften overlegd; h. Burgemeester en Wethouders doen mededeling van het besluit van Gedeputeerde Staten aan hen die bezwaren hebben ingediend. 9. Bouwwerken mogen uitsluitende worden opgericht overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten goedge keurde wijzigingsplan. 6. Aan artikel 10 (Water) wordt na lid 4 een nieuw lid toegevoegd, luidende: "Wijzigingsbevoegdheid" 5. Burgemeester en Wethouders kunnen op grond van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening het plan wijzigen in die zin, dat een gedeelte van de bestemming "Agrarische doeleinden"namelijk met een breedte van ongeveer 10 m langs het Van Harinxmakanaal geheel of gedeeltelijk wordt gewijzigd in de bestemming "Water" ten behoeve van een ver breding van het Van Harinxmakanaal, met dien verstande dat de bepalingen van artikel 8, leden 8 en 9 van overeenkomstige toepassing zijn. 7. Op de plankaart wordt in de bestemming "Woondoelein- den klasse I" op ongeveer 30 m uit de huidige oever van het Van Harinxmakanaal en parallel aan dit kanaal de aanduiding "bouwgrens" aangebracht. 8. Uitgegaan wordt van een doorvaarthoogte van 2,50 m voor de brug in de ontsluitingsweg (alsmede voor de brug in het fiets-/voetpad even ten noorden daarvan, resp. eventueel kan deze brug beweegbaar worden gemaakt Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. 4 Vaststellen Bouwverordening 1993. Bijlage nr. 21 Aan de Gemeenteraad. Per 1 oktober 1992 is de herziene Woningwet van kracht geworden. De voornaamste redenen voor de wetswijziging zijn de deregulering en de uniformering. De deregulering komt tot uiting in het onderscheid wat de wetgever heeft gemaakt in de soorten bouwwerken. Onder geschikte bouwwerkzaamheden die limitatief zijn opgenomen in de wet, zijn vergunningvrijDaarnaast kent de wet meldingplichtige bouwwerken en vergunningplichtige bouw werken. In de herziene Woningwet zijn termijnen opgenomen waarbinnen de gemeente moet beslissen. Dit zijn fatale termijnen, d.w.z. indien de gemeente niet binnen de voor geschreven termijn beslist, de aanvrager er vanuit mag gaan dat de vergunning is verleend. De uniformering komt tot uiting in het rijks-Bouwbesluic In artikel 2 van de herziene Woningwet is bepaald dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur voorschriften worden gegeven omtrent het bouwen, de staat van bestaande bouwwerken en standplaatsen. Deze algemene maatregel van bestuur is inmiddels van kracht geworden in de vorm van het Bouwbesluit. Het Bouwbesluit bevat de bouwtechnische en wooninrichtings-technische bepalingen die voorheen in de gemeentelijke Bouwverordening stonden. Doordat de regels nu door de centrale overheid zijn gesteld, is in grote lijnen sprake van uniforme technische voorschriften. Ingevolge artikel 126. lid 1 van de herziene Woningwet blijft de thans geldende bouwverordening van kracht, voor zover deze niet in strijd is met de bij of krachtens de herziene wet gegeven voorschriften. De gemeentelijke Bouwverordening blijft dus bestaan, maar in afgeslankte vorm. De nieuwe bouwverordening dient ingevolge artikel 126, tweede lid, binnen zes maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van de betreffende bepalingen te worden vastgesteld. Aangezien de herziene Woningwet per 1 oktober 1992 in werking is getreden dient de nieuwe bouwverordening voor 1 april 1993 te worden vastgesteld. In artikel 8, lid 2 tot en met 6 van de Woningwet is aan gegeven omtrent welke onderwerpen voorschriften in de Bouwverordening dienen te worden opgenomen. 1

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 54