Vaststellen voortschrijdend Milieu-uitvoeringsprogramma 1993- 1996 en werkprogramma 1993. Bijlage nr. 23. Aan de Gemeenteraad. INLEIDING In maart 1991 is door u de Milieunota vastgesteld. In de Milieunota wordt de gewenste kwaliteit van het milieu in het jaar 2000 beschreven, namelijk de opgelopen achterstanden weg werken en komen tot een niveau van duurzame ontwikkeling. Op basis van de Milieunota hebt u in december 1991 het eerste Milieu-uitvoeringsprogramma (MUP) vastgesteld. Dit MUP besloeg de periode 1992-1995. In dezelfde vergadering is er een financieringsmethodiek vastgesteld. De vastgestelde financieringsmethodiek gaat uit van een onder scheid tussen een viertal in omvang en kosten eruit springende milieuhygiënische achterstandssituaties en de overige maatrege len. Voor de diverse maatregelen ziet de finanrieringsopbouw er als volgt uit: 'Grote vier achterstandssituaties' 1 Uitvoering integraal rioleringsplan: deze voorzieningen dienen kostendekkend bij de gebruikers in rekening te worden gebracht. De omvang van de lasten worden verder uitgewerkt in het in 1993 en 1994 op te stellen riole ringsplan. 2 Bodemsanering woonomgeving. 3 Sanering onderwaterbodems. In de milieunota werd uitgegaan van uitvoering van de projecten 2 en 3 in 10 jaar, hetgeen onder meer veel voorfinanciering voor de gemeente vergt. In verband met de omvang van de kosten is er voor gekozen de termijn van uitvoering van deze projecten te verlengen van 10 tot 20 jaar. Met ingang van 1993 wordt daartoe, geduren de een periode van 4 jaar, het budget ten behoeve van de bodemsanering met f 300.000,per jaar verhoogd. 1

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 58