Daarnaast is aansluiting gezocht bij het in de afgelopen
jaren gevolgde beleid.
In vergelijking met voorgaande jaren zal het aandeel nieuw
bouw sociale huur moeten dalen ten opzichte van het aandeel
marktsector, inclusief premiewoningen. De aandacht zal ook
meer dan nu gebruikelijk is uit dienen te gaan naar de
marktsector. Nieuwe initiatieven voor woningbouw dienen
zeer kritisch te worden bekeken. Duidelijk zal moeten zijn
dat woningbouw op een bepaalde locatie in beleidsinhou
delijk en programmatisch opzicht noodzakelijk is. Het
resultaat zal een haalbaar, betaalbaar en kwalitatief goed
plan moeten zijn. Prioriteit dient daarbij gegeven te
worden aan problematische stadsvernieuwingslocaties en de
huisvesting van specifieke doelgroepen. Aangezien de in
grijpende verbetering van alle sociale vooroorlogse huurwo
ningen voltooid is resteert in deze categorie alleen nog de
verbetering van particuliere vooroorlogse huurwoningen.
3. HET BUDGET
De toekenning van nieuwbouw- en verbeteringsbudgetten aan
gemeenten is met de inwerkingtreding van het BWS meer een
taak van de provincie geworden. De colleges van Gedepu
teerde Staten geven hierover een bindend advies aan de
Staatssecretaris van Volkshuisvesting.
Dit bindend advies wordt voorbereid door de Provinciale
Commissie voor de Volkshuisvesting (PCV). Met ingang van 18
mei 1992 heeft wethouder Timmermans op uitnodiging van het
College van Gedeputeerde Staten zitting genomen in deze
Commissie. Daarvoor had het College van GS na overleg met
onder andere onze gemeente reeds de zogenaamde Verdeelme
thodiek Woninggebonden Subsidies vastgesteld. Deze metho
diek beoogt meerjarige, objectieve verdeelsleutel te geven
voor de verdeling van de diverse BWS budgetten. Met de
vaststelling ervan is voor een groot deel tegemoet gekomen
aan onze bezwaren tegen de voor 1992 gevolgde methodiek.
Het genoemde advies van Gedeputeerde Staten heeft uiteinde
lijke geleid tot de toekenning van de volgende, in de brief
van de H.I.D. van de Volkshuisvesting in Friesland d.d. 12
oktober 1992 genoemde deelbudgetten aan Leeuwarden;
cateeorie budgetaantal woningen
jaarlijkse bijdragen f 6.146.823,- 199
beleggershuur premie f 835.000,- 121
p.v.o. (kopkosten) f 883.632,- n.v.t.
huurverlagingstoeslag f 747.919,- n.v.t.
Dit budget is exclusief een bedrag van f 90.210,- voor de
subsidiëring van woonwagens, standplaatsen en/of sanitaire
voorzieningen
Bij deze budgetten dienen eventuele spaarsaldi van 1992 te
worden opgeteld. De definitieve balans in dit opzicht kon
pas eind 1992 worden opgemaakt, toen alle beschikkingen in
de onderscheiden sectoren waren afgegeven. Over de uitkom
sten hiervan zullen wij u afzonderlijk rapporteren. In dit
verband wijzen wij u op ons eerdergenoemd besluit d.d. 27
oktober 1992 tot herschikking van het verdeelbesluit wo
ninggebonden subsidies 1992.
De H.I.D heeft in zijn eerdergenoemde budgetbrief d.d. 12
oktober 1992 tevens een indicatie gegeven van de zijns in
ziens voor de jaren 1994 tot en met 1996 met rijkssubsidie
in Leeuwarden te bouwen c.q. ingrijpend te verbeteren
woningen. Hieruit blijkt dat het aandeel sociale koop/huur
woningen/ingrijpende verbetering (jaarlijkse bijdragen) in
die jaren stabiliseert op een aantal van ongeveer 195. Het
aandeel beleggers/premiewoningen neemt af tot 51 in 1996.
Dit laatste wordt veroorzaakt door een sterke afbouw van
het onderdeel premiewoningen in 1996. Bij dit alles merken
wij op dat het om indicatieve aantallen gaat. De werkelijk
aantallen kunnen hoger of lager komen te liggen.
4. HET DEELBUDGET JAARLIJKSE BIJDRAGEN
4.1. algemeen
Uit dit deelbudget kunnen door middel van toekenning van
jaarlijkse bijdragen de nieuwbouw van sociale huur- en
koopwoningen alsmede de ingrijpende verbetering van voor
oorlogse huurwoningen worden gesubsidieerd. Met ingang van
1993 is de subsidiëring van woonwagens, standplaatsen en
sanitaire voorzieningen opgenomen in het BWS en onderge
bracht binnen het budget jaarlijkse bijdragen.
Gemeenten hebben in principe de vrijheid het budget jaar
lijkse bijdragen naar eigen inzichten over de verschillende
categorieën te verdelen. Uitzondering hierop vormt het
nieuwe deelbudget voor woonwagens, dat uitsluitend voor
deze vorm van wonen mag worden bestemd.
4.2 financiële risico's
Bij de toekenning van geldelijke steun lopen gemeenten
financiële risico's. Zo is dit door het Rijk toegekende
deelbudget gebaseerd op de in de rijksbegroting voor 1993
gehanteerde rekenrente (budgetrente). De toekenning van
jaarlijkse bijdragen door de gemeente voor de verschillende
projecten vindt in een later stadium plaats, op zijn
vroegst de dag nadat dit raadsbesluit is vastgesteld en
uiterlijk eind van dit jaar. De hoogte van deze bijdragen
is afhankelijk van de rentestand die geldt op de zogenaamde
financierirgsdatum, zoals die is vastgelegd in het besluit
tot toekenning van geldelijke steun (projectrente).
3