Is de rente op dat moment lager dan de budgetrente dan
kunnen er voor meer woningen jaarlijkse bijdragen worden
toegekend, en omgekeerd als de rente op dat moment hoger is
kunnen minder woningen gesubsidieerd worden. Renteschom
melingen zijn relatief van grote invloed op het aantal te
subsidiëren woningen. Zo kan een renteverschil van 1Z
leiden tot een verlaging c.q. verhoging van het aantal te
subsidiëren woningen van circa 20ZI
Budgetrisico's zijn echter beheersbaar. Immers binnen een
budget, als produkt van aantallen en subsidiebedragen,
kunnen hogere subsidiebedragen worden gecompenseerd met
lagere aantallen en andersom.
Gelijktijdig zal echter moeten worden beoordeeld in hoever
re de budgettaire verplichtingen op kasbasis worden afge
dekt door de jaarlijkse bijdragen van het rijk. Verschillen
tussen budgetrendement en project(subsidie-rendement
leiden nltot verschillen in omvang en looptijd van de
jaarlijkse bijdragen. Daardoor kan een ongunstige renteont
wikkeling gedurende het jaar er toe leiden, dat enerzijds
het budget niet wordt overschreden, maar anderzijds de
verplichtingen op kasbasis niet door voldoende rijksbijdra
gen worden afgedekt.
Een extra complicerende factor daarbij kan zijn, dat, los
van de hiervoor genoemde verschillen, als gevolg van fluc
tuaties in de gereedmeldingen van projecten verschillen in
kasritme tussen de rijks- en gemeentelijke bijdragen kunnen
ontstaan, met uiteraard consequenties in de rentesfeer.
Tot slot moet rekening worden gehouden met risico's die
verband houden met de renteherzieningen, welke in het 10e
en 20e jaar plaatsvinden. Zowel rijk als gemeente zullen
weliswaar m.b.t. hetzelfde budgetjaar, maar op verschillen
de tijdstippen de rekenrente moeten herzien, waardoor
voordelen of nadelen kunnen ontstaan.
Om zowel de aangegane verplichtingen jegens subsidiegerech
tigden na te kunnen komen als de risico's bij renteherzie
ningen het hoofd te kunnen bieden achten wij het noodzake
lijk, dat de netto contante waarde van de kasmiddelen
minimaal ca. 10 Z van het budgetbedrag jaarlijkse bijdragen
bedraagt. Om dit uitgangspunt te realiseren kan het (enkel
om financieel-technische redenen) evenwel nodig zijn dat
van het budget een groter deel dan de genoemde 10Z wordt
gereserveerd
Vanwege het rentegevoelige karakter van de subsidieverlening
kan op dit moment niet exact worden aangegeven welk deel
van het budget moet worden gereserveerd om de doelstelling
van 10Z op kasbasis te realiseren. Voorshands gaan wij er
echter vanuit, dat in ieder geval voor ca. 160 woningen
bijdragen uit dit deelbudget kunnen worden toegekend.
4
4.3. verdeling
Het krappe budget jaarlijkse bijdragen en het veronderstel
de alternatief in de vorm van te koop aangeboden bestaande
woningwetwoningen waren aanleiding om voor 1992 geen budget
voor sociale koopwoningen te reserveren. Uit een recent
evaluatie onderzoek naar de verkoop van woningwetwoningen
in Leeuwarden is echter gebleken dat maar een klein deel
(15.5Z) van de kopers van woningwetwoningen in 1990 en 1991
serieus op zoek is geweest naar een premiekoopwoning. Daar
naast is er vraag naar deze categorie woningen. Op grond
hiervan dient naar onze mening voor 1993 ook budget gere
serveerd te worden voor sociale koopwoningen.
Op grond van het verwachte planaanbod aangevuld met erva
ringen van voorgaande jaren komen wij tot het volgende
verdelingsvoorstel
Sociale sector: 100 sociale huur
20 sociale koop
40 ingrijpende woningverbetering
Totaal 160
4.4. sociale huurwoningen
4.4.1.de projecten
Alvorens een keus wordt gemaakt tussen de verschillende
projecten wordt de stand van zaken met betrekking tot die
projecten kort toegelicht.
A Amelands dwing, erHet meest recente plan gaat uit van de
bouw van 44 woningen nabij het verzorgingstehuis Het
Nieuwe Hoek ("De Banaan") en de verbouw van de aan de
Bonifatiuskerk gekoppeld Achterpastorie tot 8 wooneen
heden met daaraan gekoppeld de nieuwbouw van 11 woon
eenheden. Ons eerdergenoemde herschikkingsbesluit van de
BWS budgetten van 1992 hield onder meer in dat voor het
onderdeel verbouw Achterpastorie plus aanvullende nieuw
bouw in 1992 reeds budget beschikbaar is gesteld. Het is
evenwel de bedoeling dat het gehele project in één keer
zal worden aanbesteed en gerealiseerd. Opdrachtgever is
Woningstichting Patrimonium. Het plan wordt momenteel
verder uitgewerkt.
B. Wielenpölle. Dit plan voor de bouw van 12 ouderenwonin
gen in de wijk Wielenpölle is in overleg met de betrok
ken woningbouwvereniging BWL doorgeschoven naar 1993. De
woningen zullen voor een deel worden bestemd voor de
huisvesting van oudere woonwagenbewoners voor wie het
wonen in een woonwagen problemen oplevert.
5