Blad 8 12377 /PdS 17. Na het verlijden van de voor de verlening (levering) van het opstalrecht vereiste notariële akte hebben partijen niet langer het recht op volledige ontbinding van de overeenkomst, zij het dat het hier bepaalde het recht op schadevergoeding onverlet laat 18. Indien de opstalhouder op de ingevolge het in artikel 13 vermelde te bepalen tijd en plaats van het verlijden van de voor de verlening (levering) van het opstalrecht vereiste notariële akte niet persoonlijk of door een behoorlijk gevolmachtigde verschijnt, dan wel verschenen zijnde, weigert deze akte te ondertekenen, of het door hem verschuldigde te betalen, wordt hij zonder enige aanmaning of ingebrekestelling geacht weigerachtig of nalatig te zijn; in dat geval zal de eigenaar het recht hebben deze overeenkomst door een schriftelijke mededeling aan opstalhouder te ontbinden, alles onverminderd de bevoegdheid van de eigenaar gebruik te maken van de hem door de wet gegeven rechtsmiddelen. In ieder geval zal de opstalhouder ingeval van ontbinding op grond van het in dit artikel bepaalde verplicht zijn de schade die de eigenaar lijdt volledig aan hem te vergoeden; daarenboven zijn alsdan alle kosten welke op de ontbinding van de overeenkomst zullen vallen, alsmede de kosten welke alsdan gevallen zijn op de ter uitvoering van de overeenkomst verrichte werkzaamheden, volledig voor rekening van de opstalhouder; 19. Over- of ondermaat van de grond zal aan geen van partijen enig recht verlenen. 20. De eigenaar brengt hierbij ter kennis van de opstalhouder dat hem met betrekking tot de grond en/of het opstalrecht geen uit de openbare registers en/of de feitelijke situatie en/of anderszins kenbare, bijzondere lasten en beperkingen, rechten en aanspraken, heersende en lijdende erfdienst baarheden (waaronder begrepen in artikel 163 Overgangswet Nieuw Burgerlijk Wetboek bedoelde, voor de inwerkingtreding van het Nieuw Burgerlijk Wetboek, door bestemming en/of herleving ontstane erfdienstbaarheden, alsmede door verjaring ontstane erfdienstbaarheden, alsmede door verjaring ontstane niet in de openbare registers ingeschreven erfdienst baarheden) kwalitatieve rechten, zakelijke rechten als bedoeld in artikel 5, lid 3, sub b van de Belemmeringenwet Privaatrecht, danwel ingevolge deze Blad 9 12377 /PdS wet of op andere wijze opgelegde gedoogplichten, op de grond en/of het opstalrecht betrekking hebbende niet in de openbare registers ingeschreven, doch wel voor een dergelijke inschrijving vatbare feiten, alsmede boete- en kettingbedingen, bekend zijn; ongeacht het hiervoor in dit artikel gestelde zal de grond en/of het opstalrecht, zo nodig in afwijking van het bepaalde in artikel 15, boek 7 Nieuw Burgerlijk Wetboek, door de eigenaar aan de opstalhouder ter beschikking worden gesteld/worden verleend (geleverd) met alle daarbij behorende, uit de openbare registers en/of de feitelijke situatie en/of anderszins kenbare, bijzondere lasten en beperkingen, rechten en aanspraken, heersende en lijdende erfdienstbaarheden (waaronder begrepen de in artikel 163 Overgangswet Nieuw Burgerlijk Wetboek bedoelde, voor de inwerkingtreding van het Nieuw Burgerlijk Wetboek, door bestemming en/of herleving ontstane erfdienstbaarheden, alsmede de door verjaring ontstane niet in de openbare registers in geschreven erfdienstbaarheden) kwalitatieve rechten, zakelijke rechten als bedoeld in artikel 5, lid 3, sub b van de Belemmeringswet Privaatrecht danwel ingevolge deze wet of op andere wijze opgelegde gedoogplichten, alsmede met alle op de grond/ het opstalrecht betrekking hebbende niet in de openbare registers ingeschreven, doch wel voor een dergelijke inschrijving vatbare feiten, en vrij van hypotheken, beslagen en inschrijvingen daarvan; de opstalhouder aanvaardt hierbij uitdrukkelijk en zonder enig voorbehoud alle in dit artikel 20 bedoelde, - al dan niet door de eigenaar aan de opstalhouder ter kennis gebrachte - uit de openbare registers en/of de feitelijke situatie en/of anderszins kenbare, bijzondere lasten en beperkingen, rechten en aanspraken, heersende en lijdende erfdienstbaarheden, kwalitatieve rechten, zakelijke rechten als bedoeld in artikel 5, lid 3, sub b van de Belemmeringswet Privaatrecht danwel ingevolge deze wet of op andere wijze opgelegde gedoogplichten en niet in de openbare registers ingeschreven, doch wel voor een dergelijke inschrijving vatbare feiten, en hij erkent hierbij uitdrukkelijk en zonder voorbehoud dat dit alles geen wezenlijk zwaardere belasting voor hem betekent, weshalve hij de eigenaar ter zake van dit alles hierbij volledig en zonder enig voorbehoud ontheft van zijn eventueel nog uit enige wettelijke regeling voortvloeiende garantieplicht.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 11