Daarnaast is het van belang, dat het profijt voor een be
paalde onroerende zaak wordt bepaald op basis van objectie
ve criteria zoals ligging, bestemming en gebruiksmogelijk
heid. Elementen zoals de feitelijke wijze van gebruik of
bebouwing zijn daarbij niet aan de orde.
Het komt de laatste tijd (ook landelijk gezien) echter
steeds vaker voor, dat de privaatrechtelijke wijze van in
tegraal kostenverhaal (via de grondprijzen de exploitatie
overeenkomsten) niet haalbaar blijken te zijn. In dat geval
is er een fiscaal instrument beschikbaar en wel door middel
van het invoeren van een bouwgrondbelasting volgens artikel
274 van de gemeentewet.
De bouwgrondbelasting geeft gemeenten de mogelijkheid de
kosten van de nog te treffen voorzieningen (dus de infra
structurele voorzieningen, waaronder begrepen het verwerven
van grond) via een belasting geheel of gedeeltelijke om te
kunnen slaan over de in een bepaald exploitatiegebied gele
gen onroerende zaken, indien het niet mogelijk blijkt die
kosten via een overeenkomst te verhalen.
De bouwgrondbelasting kan als een sluitstuk van diverse
kostenverhaal mogelijkheden worden beschouwd en dient dus
tot zekerheid om in voorkomende gevallen kosten te kunnen
verhalen van eigenaren van onroerende zaken, die door het
treffen van de gemeentelijke voorzieningen zijn gebaat.
Wij verwachten, dat het in het uitbreidingsgebied Goutum-
Noord niet uitgesloten is, dat problemen ontstaan met be
trekking tot kostenverhaal. Wij achten het daarom gewenst
een principe-besluit te nemen tot het invoeren van een
bouwgrondbelasting om de hiervoor vermelde redenen.
Alvorens echter daadwerkelijk tot invoering van een bouw
grondbelasting kan worden overgegaan, dient eerst een
"bekostigingsbesluit" te worden genomen.
Een bekostigingsbesluit houdt in dat de gemeenteraad aan
geeft in welke mate de met de voorzieningen gepaard gaande
kosten door middel van een bouwgrondbelasting zullen worden
verhaald.
Tot de daadwerkelijke invoering van de bouwgrondbelasting
kan worden overgegaan zodra met de uitvoering (het treffen
van voorzieningen) een aanvang wordt genomen, doch uiter
lijk twee jaren nadat de voorzieningen geheel zijn
voltooid.
Naar gelang van de ontwikkelingen is het mogelijk alsnog te
besluiten af te zien van de invoering van de belasting.
Deze beslissing is afhankelijk van een aantal factoren,
bijv.s
1. is de gemeente in staat om alle benodigde gronden voor
de realisatie van een bestemmingsplan te verwerven.
Indien dit het geval is, is kostenverhaal niet aan de
orde
- 2 -
2. Indien verwerving van alle gronden niet mogelijk is
en/of sprake is van profijt van onroerende zaken, die
in eigendom zijn van derden, zal in eerste instantie
worden getracht te komen tot kostenverhaal op basis van
een exploitatie-overeenkomst.
Pas als de onder 1 en 2 genoemde mogelijkheden geen succes
hebben, zal er de noodzaak bestaan om te komen tot invoe
ring van een bouwgrondbelasting. De belastingverordening
kan aangeven of de belasting geldt voor het gehele dan wel
voor een deel van het exploitatiegebied. Deze aspecten zijn
nu (nog) niet aan de orde.
Wil de gemeente echter het instrument "bouwgrondbelasting"
hanteren, dan is het in eerste instantie noodzakelijk een
"bekostingingsbesluit" te nemen.
Een bekostigingsbesluit dient tevens in het belang van de
rechtszekerheid voor de toekomstige belastingplichtigen.
Toekomstige belastingplichtigen worden op deze manier ge-
informeerd over de vraag of zij in de toekomst mogelijk
zullen worden betrokken in de heffing van een bouwgrondbe
lasting.
Indien een bekostigingsbesluit niet of niet tijdig wordt
genomen, is een latere invoering van de belasting niet meer
mogelijk. "Niet tijdig" houdt in dit verband in, alvorens
met het treffen van de voorzieningen een aanvang wordt ge
nomen
AANDUIDING PROFIJTGEBIED
In het besluit dient een aanduiding te worden gegeven van
het gebied, waarin de onroerende zaken zijn gelegen die als
gevolg van het treffen van voorzieningen van openbaar nut
geschikt of beter geschikt worden voor bebouwing of in een
voordeliger positie komen te verkeren. Op de bij dit
besluit behorende kaart is dit gebied, dat overeenkomt met
het gehele uitbreidingsgebied Goutum-Noordnader aange
duid. Deze kaart ligt bij de stukken ter inzage.
Wij wijzen erop dat de thans aangegeven gebiedsaanduiding
niet mag worden beschouwd als de specifieke aanduiding van
de gebate onroerende zaken, zoals deze te zijner tijd in
een eventuele verordening op de bouwgrondbelasting zal wor
den opgenomen.
De in het besluit opgenomen gebiedsaanduiding is van zoda
nig algemene aard, dat op basis van de thans bestaande uit
gangspunten (zoals de aard en wijze van uitvoering van de
voorzieningen van openbaar nut) een betrouwbaar beeld kan
worden gegeven van het gebate gebied. Uit de gebiedsaandui
ding kunnen geen rechten worden ontleend omtrent de vast
stelling van het individuele profijt voor een specifieke
onroerende zaak. Het uiteindelijke profijt wordt bij de
vaststelling van de bouwgrondbelastingverordening per indi
vidueel onroerende zaak bepaald. Ook ontstaat op dat moment
duidelijkheid over de grondslag van de heffing.
- 3 -