Blad 2
12378 /PdS
bouwtijd/tijd benodigd voor het aanbrengen van de
rest van de bebouwing en/of werken en/of beplanting;
d. de opstalhouder is verplicht de in lid a bedoelde
gebouwen en/of werken en/of beplantingen in zodanige
technische staat te houden dat deze steeds
overeenkomstig de in lid a bedoelde bestemming
gebruikt kunnen worden; daartoe dient de opstalhouder
deze gebouwen en/of werken en/of beplantingen ten
genoegen van Burgemeester en Wethouders voornoemd, in
goede staat te onderhouden en, indien deze gebouwen
en/of werken en/of beplantingen door welke oorzaak
dan ook geheel of gedeeltelijk teniet zijn gegaan,
ten genoegen van Burgemeester en Wethouders voornoemd
te herbouwen/herstellen/herplanten;
in verband hiermede is de opstalhouder verplicht de
gebouwen en/of werken tegen brand- en stormschade te
verzekeren en verzekerd te houden;
voorts is de opstalhouder verplicht de/het eventueel
tot de grond behorende niet voor het aanbrengen van
de in lid a bedoelde gebouwen en/of werken en/of
beplantingen aangewende grond/water in goede staat
ten genoegen van Burgemeester en Wethouders voornoemd
te onderhouden en alle eventueel met betrekking tot
deze laatstbedoelde grond in de overeenkomst gegeven
gebruiksvoorschriften strikt na te leven;
deze verplichting geldt eveneens voor de gehele grond
gedurende de tijd dat de grond nog niet is aangewend
voor het daarop aanbrengen van de in lid a bedoelde
gebouwen en/of werken en/of beplantingen;
e. gehele of gedeeltelijke afbraak en/of verwijdering
van de gebouwen en/of werken alsmede wijziging van
het bouwvolume van de gebouwen, zal nu en later
slechts na vooraf verkregen schriftelijke toestemming
van Burgemeester en Wethouders, voornoemd, mogen
geschieden;
f. andere dan de hiervoor omschreven gebouwen en/of
werken zullen zonder schriftelijke toestemming van de
eigenaar niet op de grond mogen worden aangebracht;
ingeval deze schriftelijke toestemming wordt verleend
zullen de desbetreffende gebouwen en/of werken en/of
beplantingen eveneens onder het opstalrecht vallen;
g. een door de eigenaar te verlenen toestemming zoals
hier en in de overige artikelen van deze overeenkomst
bedoeld, kan tijdelijk en/of onder voorwaarden worden
verleend;
de eigenaar mag deze goedkeuring slechts weigeren om
dringende redenen
Blad 3
12378 /PdS
4. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
Burgemeester en Wethouders voornoemd is het de
opstalhouder verboden:
a. het opstalrecht geheel of gedeeltelijk over te dragen
of toe te bedelen, danwel op welke wijze dan ook in
te brengen in enige rechtspersoon;
b. het opstalrecht geheel of gedeeltelijk te splitsen
door overdracht of toebedeling van het opstalrecht op
een gedeelte van de grond of op welke andere wijze
dan ook;
c. de grond en/of een of meer daarin, daarop of
daarboven aangebrachte gebouwen en/of werken en/of
beplantingen, geheel of gedeeltelijk in onder
opstalrecht te geven;
d. het opstalrecht en/of een of meer daaronder vallende
gebouwen en/of werken en/of beplantingen, en/of de
grond, anders dan voor het gebruik overeenkomstig de
bestemming hiervan als bedoeld in artikel 3, lid a,
vereist is, geheel of gedeeltelijk te verhuren of te
verpachten, of onder welke andere titel dan ook aan
derden in gebruik te geven;
e. op de grond erfdienstbaarheden te vestigen.
5. Het opstalrecht kan door de opstalhouder niet worden
opgezegd; dit lijdt evenwel uitzondering indien het
opstalrecht na de tijd waarvoor het is gevestigd,
doorloopt op grond van artikel 98, boek 5, Nieuw
Burgerlijk Wetboek.
6. Indien het opstalrecht eindigt door verloop van de
tijd waarvoor het is verleend (31 december 2030)
treedt de eigenaar van rechtswege in de eigendom van
de alsdan nog aanwezige voormelde gebouwen en/of
werken en/of beplantingen, onder verplichting voor
hem om binnen twee maanden daarna aan de alsdan gewe
zen opstalhouder te betalen de waarde van deze
gebouwen en/of werken (zijnde de beplantingen niet
onder de vergoedingsplicht begrepen)vast te stellen
in onderling overleg of bij gebreke van overeenstem
ming door 3 deskundigen, te benoemen: 1 door ieder
van de beide partijen en de laatste door de 2 door
partijen benoemde deskundigen of, bij gebreke van
overeenstemming dienaangaande, door de ter zake
bevoegde (kanton)rechter op verzoek van de meest
gerede partij; komen de benoemde deskundigen niet tot
overeenstemming omtrent het bedrag van de te
vergoeden waarde, dan zal daarvoor gehouden worden
het bedrag van de door de deskundigen afzonderlijk
bepaalde vergoeding dat noch het hoogste en noch het
laagste is; deze regeling geldt eveneens voor de
gebouwen en/of werken welke later met schriftelijke