Blad 2 /PdS het economisch eigendom van het door de gemeente ingebrachte onroerend goed, aangegeven op bijlage 3, van rechtswege aan de gemeente vervalt, onder de gelijktijdige gehoudenheid van de gemeente de op dat moment in de balans van de commanditaire vennootschap voorkomende boekwaarde aan de c.v. te voldoen. Daarenboven staat in artikel 10, lid 2 van de statuten van Frisian Expo Centre CV vermeld dat: "in geval de vennootschap mocht worden ontbonden dan vervallen alsdan de economische eigendom van de door de gemeente Leeuwar den ingebrachte onroerende zaken en alle eventuele overige onroerende zaken van de vennootschap van rechtswege aan de gemeente Leeuwarden onder de gelijktijdige gehoudenheid van de Gemeente Leeuwarden de op dat moment in de balans van de ven nootschap voorkomende boekwaarde van vorenbedoelde onroerende zaken aan de vennootschap te voldoen. Geconstateerd kan worden dat de door de BNG gevraagde verkla ring grotendeels aansluit bij de hierboven weergegeven passages uit de samenwerkingsovereenkomst en de statuten van Frisian Expo Centre met dien verstande dat in laatstgenoemde stukken wordt gesproken van een situatie waarin de vennootschap wordt ontbonden en in de door de bank gevraagde verklaring slechts sprake is van het niet voldoen aan haar verplichtingen jegens de bank. In beide gevallen is er echter sprake van een situatie waarin het eigendom van het Frieslandhalcomplex ter discussie staat. Naar het ons voorkomt zal de gemeente Leeuwarden gelet op haar belangen in een situatie waarin de hypotheekhouder gerechtigd is het onroerende goed te verkopen (bij het niet nakomen van haar verplichtingen door de hypotheeknemer) zonder meer tot aankoop overgaan. Tegen die achtergrond voorzien wij geen problemen bij het afge ven van een verklaring waarbij het onroerend goed tegen boek waarde wordt overgenomen. Een en ander is geheel overeenkomstig de wens van de gemeente om te allen tijde grip op de situatie rondom het Frieslandhalcomplex te houden. Het laatste deel van de verklaring, de situatie waarin de boekwaarde lager is dan de schuld aan de bank is overigens zuiver theoretisch. Immers men leent f 15 miljoen. De totale investering is f 38 miljoen waarvan een bedrag van f 11 miljoen IPR e.d.) eenmalig wordt afgeschreven. De af te schrijven boekwaarde is derhalve f 27 miljoen. Aangezien de lening in 15 jaar wordt afgelost en de afschrijving van de boekwaarde ge middeld over een langere periode loopt en daarnaast de boek waarde haast twee maal zo hoog is als de schuld aan de BNG is er onzes inziens geen situatie denkbaar waarbij teruggegrepen moet worden op het laatste deel van de gevraagde verklaring. Blad 3 /PdS Aangezien de BNG desondanks prijs stelt op een dergelijke aan vulling adviseren wij u deze af te geven. Onder de vermelding dat de Commissie Economische en Sociale Zaken in haar vergadering van 20 september 1993 is gehoord en deze commissie u adviseert met ons voorstel akkoord te gaan, stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit Leeuwarden, 23 september 1993. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. mw.ir. J.A. Lantermans Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 162